Greenpeace wendt zich tot twee internationale commissies met een klacht over de vergunning die de kerncentrale Borssele twintig jaar langer open houdt. Deze vergunning werd vandaag door de Raad van State in stand gelaten, ondanks de bezwaren van milieuorganisaties. Voor Greenpeace is dit aanleiding om een internationale klacht in te dienen over het feit dat er geen Milieueffectrapportage (MER) is opgesteld.

Een MER is nodig om de milieugevaren goed in beeld te krijgen als de uit de jaren zeventig stammende centrale in Borssele langer open mag blijven. ‘Wij hebben reden om aan te nemen dat het achterwege laten van een MER in strijd is met het Espoo-verdrag’, legt Jorien de Lege van Greenpeace uit.

In de internationale verdragen Espoo en Aarhus is vastgelegd dat verregaande publieksconsultatie in milieuaangelegenheden en uitgebreid onderzoek naar de milieueffecten verplicht zijn. Immers, als het mis gaat bij de kerncentrale in Borssele, dan heeft dit niet alleen gevolgen voor Nederland. Ver buiten de landsgrenzen zijn er risico’s voor mens en milieu.

Greenpeace dient op basis van deze verdragen een klacht in bij zowel het Espoo Convention Implementation Committee als bij het Aarhus Convention Compliance Committee. De Lege: ‘Zonder MER is het voor burgers erg moeilijk om voldoende geïnformeerd een inhoudelijke bijdrage te leveren aan het vergunningsproces. Wij stellen daarom dat zowel het Espoo-verdrag als de Aarhus-conventie onvoldoende zijn nageleefd.’

Als Greenpeace in het gelijk wordt gesteld, eist de milieuorganisatie een MER bij het eerstvolgende moment dat de inspectie toestemming moet geven voor het heropstarten van de kerncentrale. 

 Voor meer informatie kunt u contact opnemen met:
Ilse van der Poel, persvoorlichter Greenpeace, tel. 06 2503 1012.