Met gladde groene praatjes houdt de Indonesische pulp- en papiergigant APRIL de vernietiging van de bossen op Sumatra en Kalimantan in stand. Greenpeace trekt aan de bel bij ABN AMRO, een van de financiers van het omstreden bedrijf.

 

Nergens ter wereld gaat de ontbossing zo snel als in Indonesië, zo blijkt uit nieuw onderzoek. Vooral op de eilanden Sumatra en Kalimantan is de situatie dramatisch. De vernietiging van het regenwoud gaat hier gepaard met talloze bosbranden. Die ontstaan doordat de venige bosbodems na de kap en ontwatering ernstig verdrogen en zeer gemakkelijk vlamvatten.

Vorig jaar was de rookontwikkeling door de vele branden zo groot dat ook de naburige miljoenenstad Singapore en delen van Thailand in een verstikkende smog werden gehuld. Een ramp voor de volksgezondheid maar ook voor het klimaat, want bij de verbranding komen miljarden tonnen in het veen opgeslagen CO2 vrij. Greenpeace vreest voor een herhaling als er niet snel maatregelen worden genomen. Helaas ontlopen veel grote bedrijven, zoals de Indonesische pulp- en papiergigant APRIL, hun verantwoordelijkheid.

Charmeoffensief APRIL

APRIL maakt onderdeel uit van de RGE-groep, een familie-imperium met zowel een palmolie als een pulp- en papier tak. Anders dan bijvoorbeeld concurrent Asia Pulp & Paper (APP), die een ambitieus beleid heeft geïntroduceerd en onlangs aangekondigde 1 miljoen hectare bos te gaan beschermen en herstellen, is APRIL niet geïnteresseerd in maatregelen die de ontbossing daadwerkelijk stoppen. Liever besteedt het bedrijf geld aan een charmeoffensief. Zo lanceerde het een duurzaam bosbeheer plan inclusief een serie blogs waarin het zich voordoet als een verantwoorde onderneming die het slachtoffer is van bedrieglijke NGO-campagnes.

ABN AMRO financiert APRIL

De omstreden papiergigant wordt onder meer gefinancierd door de ABN AMRO Bank. Pijnlijk, want ABN AMRO schrijft zelf voor dat zij niet betrokken wil zijn bij transacties die leiden tot de vernietiging van kostbare ecosystemen. Greenpeace is in gesprek met ABN AMRO maar het blijft vooralsnog onduidelijk wat de bank gaat doen om de greenwashing van APRIL te stoppen.

Zes fabels die APRIL gebruikt om ontbossing te maskeren

Fabel 1: “APRIL ontbost niet maar herbebost.” Geregeld, zoals vorig jaar in de Guardian, beweert APRIL dat het niet betrokken is bij ontbossing. Het bedrijf meent zelfs dat het vervangen van kostbare regenwouden door monotone plantages een goede manier van herbebossing is…

Fabel 2: “Duurzaamheid zit in de DNA van het bedrijf.” APRIL zegt High Conservation Value (HCV) bossen te beschermen sinds 2005  – maar de beoordeling van gebieden (assesments) die het bedrijf daarbij hanteert zijn onduidelijk en worden niet openbaar gemaakt. Onlangs bezocht Greenpeace een van de concessies op Padang Eiland, Sumatra. Uit onze foto’s blijkt overduidelijk dat APRIL de bescherming van dit waardevolle bosgebied niet serieus neemt.


 

Recente grootschalige ontbossing op veengrond in PT RAPP op Pulau Pedang bij dochteronderneming van APRIL/RGE groep. 05/20/2014

Fabel 3: “Het duurzaam bosbeleid van APRIL wordt gesteund door anderen zoals het WNF.” Niets is minder waar. Het Wereld Natuur Fonds vindt juist dat het beleid van APRIL  aangescherpt en duidelijker gedefinieerd moet worden, dat het ook voor de rest van de RGE-group moet gelden en dat er een moratorium dient te komen op de ontginning van alle bos-, land- en veengebieden. Aan geen van deze voorwaarden heeft RGE/APRIL gehoor gegeven.

Fabel 4: “APRIL koopt niet in van High Conservation Value bossen, zoals bewezen door peer-reviewed, onafhankelijke beoordelingen.”  APRIL claimt dat al zijn HCV-beoordelingen op kwaliteit zijn beoordeeld (peer-review). Te controleren valt dit niet, want de beoordelingen zijn niet openbaar. Het onafhankelijke HCV-Resource-network meldt desgevraagd dat zij slechts twee kwaliteitsbeoordelingen van APRIL heeft getoetst (geen concessies op Padang) terwijl Greenpeace vertrouwelijke informatie heeft verkregen waaruit blijkt dat APRIL inkoopt bij wel een stuk of vijftig concessies.

Fabel 5: “Veenbranden? Beschuldig ons niet, wij hebben een ‘No Burning’ beleid.” APRIL benadrukt dat het al twintig jaar geen branden op zijn concessies meer toestaat . Waar of niet, door het ontwateren van veengronden creëert de papiergigant in elk geval de ideale omstandigheden voor het vuur. Want bosbranden komen normaal gesproken helemaal niet in de veenbosgebieden voor. Het is zoiets als je huis met benzine overgieten en dan de schuld geven aan een passerende roker wanneer het in vlammen opgaat.

Fabel 6: “Veenbranden? Die worden veroorzaakt door de lokale gemeenschappen.” In februari en maart van dit jaar kreeg Indonesië te maken met een uitzonderlijke hoeveelheid bos- en veenbranden tijdens het regenseizoen. APRIL was er snel bij om de schuld bij de lokale bevolking te leggen. Maar de brandhaarden ontstonden ruim drie keer zo vaak in de door malafide bedrijven ontboste veengebieden als in het onontgonnen veen.

Bossen in Indonesië verdwijnen sneller dan waar ook ter wereld. Bedrijven zoals APRIL moeten de bulldozers stoppen voordat het te laat is!