De kritiek op actievoeren lijkt de laatste jaren toe te nemen in ons land. Acties van Greenpeace worden afgedaan als verschijnselen die buiten de democratie staan. Het tegendeel is waar.

Greenpeace kiepert de democratie overboord. Het is een organisatie van arrogante milieuterroristen die, als ze ongeduldig worden, het recht in eigen hand nemen. Dit soort geluiden waren de afgelopen weken niet alleen te horen vanuit de visserijsector, maar ook vanuit rechtse en christelijke politieke partijen. CDA-Kamerlid Jaco Geurts vindt dat Greenpeace ‘onbezonnen en bizar’ gedrag vertoont. Daarom moet de organisatie de ANBI-status maar worden ontnomen – de status die donateurs vrijstelt van belastingheffing over hun schenking. Hoe vreemd dat juist volksvertegenwoordigers zo gebeten reageren als Greenpeace gebruik maakt van dé kracht van een sterke democratie: de ruimte die zij biedt om openlijk en geweldloos actie te voeren.

Want wat heeft Greenpeace gedaan om onder applaus van partijen als de VVD te worden bestempeld tot ‘hater van de democratie’? Greenpeace heeft tien extra zwerfkeien op de Noordzeebodem geplaatst, in het gebied de Klaverbank, als protest tegen het gebrek aan natuurbescherming op zee. Met de stenen heeft ze in elk geval een bescheiden begin gemaakt met herstel van de lokale zeenatuur. Maar in Den Haag slijpen politici de messen ter voorbereiding op een verhit debat, niet over de reden van de actie maar over de vorm, op 10 juni in het algemeen overleg Visserij.

Welles-nietes-spelletje

De vraag of het leggen van grote stenen in een gebied vol grote stenen ‘levensgevaarlijk’ is, is in het publieke debat wat boven de markt blijven hangen. Voor de neutrale toeschouwer is een welles-nietes-spelletje natuurlijk weinig verhelderend. Gelukkig heeft toenmalig staatssecretaris Atsma van Infrastructuur en Milieu bij een vergelijkbare Greenpeace-actie in 2011 een heldere conclusie getrokken. Na onderzoek op zee constateerde hij dat er van nature grote aantallen zwerfkeien op de Klaverbank voorkomen, dat Greenpeace de locatie van haar stenen bekend had gemaakt en de stenen volgens hem ‘niet of nauwelijks een verhoogd risico voor de visserij’ vormden. In 2014 oordeelde de Raad van State dat Greenpeace ook niet strijdig met de wet handelde. Of een rechter daar nu anders over oordeelt, moet maar blijken.

De actie op de Klaverbank is misschien provocatief. Maar is dat niet precies de taak van het maatschappelijk middenveld: knuppels gooien in hoenderhokken, om belangrijke zaken aan te kaarten die verzanden in bureaucratie of politieke onwil?

De zeer uitgesproken kritiek op actievoeren lijkt de laatste jaren toe te nemen in ons land. Acties worden afgedaan als verschijnselen die buiten de democratie staan. Het tegendeel is waar. Een sterke en goed functionerende democratie herken je juist aan de ruimte die mensen krijgen hun mening te verkondigen – ook als deze (nog) geen meerderheid in de Tweede Kamer heeft. Stakingen, demonstraties en acties zijn daarbij bevochten en verworven middelen. Ze zijn de zuurstof van een sterke democratie en in veel gevallen de aanjager van vooruitgang. Immers: ’tegen de wil van de overheid’ geweldloos en openlijk protesteren is een vorm van ongehoorzaamheid die haar noodzaak ruimschoots heeft bewezen.

Ongehoorzaamheid en protest hebben een eind gemaakt aan rassensegregatie in de Verenigde Staten en apartheidswetten in Zuid-Afrika. Demonstraties en acties stonden aan de wieg van internationale wetgeving over atoomproeven, de walvisjacht en het verbod op het dumpen van vaten kernafval in zee.

Valse voorstelling van zaken

Jaco Geurts en andere critici binnen de politiek vergeten dit gemakshalve. Zij zetten een maatschappelijke organisatie als Greenpeace als ‘ondemocratisch’ weg wanneer ze het niet eens zijn met haar standpunten en vormen van vreedzaam protest. Het is echter een valse voorstelling van zaken dat een krachtige democratie alleen kan bestaan uit debatten in Haagse commissies en overleggen in achterkamertjes. Zo’n voorstelling – die bovendien afleidt van waar het politieke debat écht over moet gaan, namelijk het weer gezond maken van onze zeeën – is geen vooruitgang. Ze is een paar stappen de verkeerde kant op.

Tom Grijsen is campagneleider Oceanen van Greenpeace.