Groot-Brittannië heeft het grootste zeereservaat ter wereld gecreëerd, zo was afgelopen vrijdag te lezen in de Volkskrant. Maar liefst 834.000 vierkante kilometer van de Grote Oceaan rondom de Britse Pitcairn-eilanden wordt afgegrendeld voor visserij. Robuuste bescherming is niet alleen noodzakelijk voor oceanen ver weg, maar ook voor de zee grenzend aan onze voordeur: de Noordzee. Haar gezondheid is ernstig in gevaar door decennialange, industriële visserij. Uit nieuw onderzoek blijkt dat bijna heel Nederland (96 procent) adequate bescherming van de Noordzee wil. Zeven op de tien vinden bovendien dat delen van onze zee gevrijwaard dienen te worden van vissers. De Nederlandse overheid verroert echter geen vin om de Noordzee te redden.

De Noordzee en haar stranden zijn voor Nederland een zeer belangrijke toeristische trekpleister. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor buitenlandse vakantiegangers. Uit gegevens van het Nederlands Bureau voor Toerisme blijkt dat de kust met stip op nummer één staat voor vakanties in eigen land. Ook het aantal buitenlanders dat richting onze waterlijn afreist, groeit gestaag. Waar we vaak niet zo bij stil staan, is de slechte gezondheid van onze geliefde Noordzee. Doordat vrijwel de hele zee open jachtterrein is voor bedrijven die er op grote schaal vissen, naar olie of gas boren of er op andere wijze economisch gewin uit halen, is ze aan het eind van haar Latijn.

Met name de visserijsector heeft er op grote schaal aan bijgedragen dat het ooit weelderige ecosysteem van onze Noordzee is verschraald tot een treurig stemmende monocultuur waar slechts enkele soorten vis, zoals schol, in grote hoeveelheden in terug te vinden zijn. Al decennialang wordt de Noordzeebodem zonder pardon omgeploegd met sleepnetten en steeds zeldzamere soorten als haaien en roggen worden opgevist voordat ze überhaupt voor nageslacht hebben kunnen zorgen. Het effect is desastreus: volgens de laatste onderzoeksgegevens van het Planbureau voor de Leefomgeving is de biodiversiteit in de Noordzee de laatste eeuw meer dan gehalveerd.

Onderzoeksbureau GfK heeft in opdracht van Greenpeace een representatief onderzoek gedaan onder de Nederlandse bevolking over de Noordzee. Ruim driekwart weet minstens globaal van de problemen onder water. Zes op de tien maken zich zorgen over het zeeleven dat ernstig heeft te lijden onder de kaalslag. Ook blijkt dat bijna iedereen (96 procent) het belangrijk vindt dat delen van de Noordzee beschermd worden. Toch blijft adequate actie van onze overheid, om de Noordzee te helpen, vooralsnog uit.

Er staat inmiddels echter forse, internationale druk op de ketel. Van de EU moet Nederland uiterlijk in 2020 weer uitzicht hebben op een sterke Noordzee met een gezonde biodiversiteit. Dat is over vijf jaar. Het Nederlandse deel van de Noordzee is ongeveer zestigduizend vierkante kilometer. Daar wordt nog geen 150 vierkante kilometer van afgeschermd. 0,25 procent, een stipje op de kaart. Volgens internationale, wetenschappelijke inschattingen is het noodzakelijk dat ongeveer een derde beschermd wordt tegen visserij.

Een adequate, bewezen oplossing voor een spoedig herstel zijn zeereservaten. Gebieden die gevrijwaard worden van visserij, zodat de zee rustig kan herstellen en aansterken voor een gezonde toekomst. Zeventig procent van de Nederlanders staat achter zo’n maatregel. Het is nu aan de overheid om op de bres te springen voor een gezonde toekomst van ons nationale statussymbool: de Noordzee

Tom Grijsen – Campagneleider Oceanen, Greenpeace Nederland
Thomas Rammelt – Programma Manager Natuurbescherming, Stichting de Noordzee

Dit artikel is in bewerkte vorm geplaatst in de Volkskrant van 24 maart 2015