Greenpeace-rapport: stoppen met gebruik chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen is urgent

Boeren, hun families en mensen die in regio’s wonen met veel intensieve industriële landbouw zijn de meest kwetsbare groepen als het gaat om de gevolgen van bestrijdingsmiddelen. Dat is de conclusie van een rapport dat Greenpeace publiceert, ‘Pesticides and our health – A growing concern’. Deze studie van bestaande onafhankelijke wetenschappelijke literatuur laat zien dat er verband bestaat tussen blootstelling aan specifieke middelen en verschillende soorten kanker, neurodegeneratieve aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson en Alzheimer, en ziekten bij pasgeboren kinderen. Greenpeace roept daarom op om zo snel mogelijk een eind te maken aan het gebruik van chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen en alle zeilen bij te zetten voor een transitie naar ecologische landbouw.

Bestrijdingsmiddelen die op dit moment zijn toegelaten voor gebruik in de Europese landbouw, zoals synthethische pyretroiden en organofosfaten, zorgen voor gezondheidsrisico’s door blootstelling aan middelen, of via consumptie van voedingsmiddelen. Herman van Bekkem, Campagneleider voor duurzame landbouw en voedsel, zegt: “Het is om je diep te schamen dat diegene die ons voedsel produceren het meest te leiden hebben onder het enorme gebruik van bestrijdingsmiddelen op onze akkers. Boeren en hun families dragen de giftige last van ons falende industriële landbouwsysteem. Dit rapport laat duidelijk zien dat middelen nooit gezien kunnen worden als ‘veilig’ en onderstreept de urgentie van een snelle koerswijziging naar ecologische landbouw – voor gezond voedsel en gezonde boeren.”

Het rapport ‘Pesticides and our Health – A growing concern’ vat de bevindingen van actuele wetenschappelijke studies naar bestrijdingsmiddelen en hun bijdrage aan gezondheidsproblemen die boeren, kastuinbouwers en hun families treffen samen. Er is bewijs dat de blootstelling aan deze chemicaliën verband houden met een aantal soorten kanker. Uit onderzoeken blijkt dat specifieke middelen, zoals de synthethische pyretroiden, het immuunsysteem en de hormoonhuishouding kunnen verstoren. Pesticiden worden in verband gebracht met chronische ziekten zoals astma. Sommige mensen hebben van nature, door genetische aanleg, een verhoogd risico voor schadelijke effecten van bestrijdingsmiddelen. Blootstelling aan middelen tijdens de zwangerschap brengt bijkomende risico’s voor het kind met zich mee, doordat gifstoffen via de baarmoeder bij het ongeboren kind zorgen voor geboorteafwijkingen en vertraagde cognitieve ontwikkeling. Gezien de verschillende blootstellingsroutes van chemicaliën in huis, voedsel en het milieu, is het risico voor de gezondheid van kleine kinderen groter. Ze hebben te maken met grotere blootstelling en hun lichaam breekt de middelen langzamer af. Bestrijdingsmiddelen die schadelijk zijn voor het zenuwstelsel zijn bijvoorbeeld de organofosfaten, carbamaten, pyretroiden en neonicotinoiden. Zelfs bij lage blootstelling kunnen sommige van deze chemicaliën voor langdurige ondermijning van de gezondheid zorgen. Deze pesticiden worden nog vaak in het Nederlandse oppervlaktewater aangetroffen, ook middelen die al jaren verboden zijn. Bovendien worden residuen van deze middelen op voedsel aangetroffen. Daarom is het urgent om de menselijke blootstelling aan deze giftige chemicaliën terug te dringen.

Greenpeace roept de Europese Commissie en andere beleidsmakers op om het gebruik van chemisch synthetische middelen in de landbouw uit te faseren. Er moet prioriteit worden gegeven aan het verbieden van middelen die kankerverwekkend, mutageen en schadelijk zijn voor de voortplanting (CMR categorie I en II), hormoonverstorend werken of schadelijk zijn voor het zenuwstelsel.

In 2014 publiceerde de Nederlandse Gezondheidsraad al een rapport over bestrijdingsmiddelen en gezondheidsrisico’s voor mensen die om de akkers en tuinderijen wonen. Ook besteedde de Raad veel aandacht aan de studies die verband leggen tussen het toepassen van pesticiden en een reeks aan gezondheidseffecten bij boeren. Het RIVM stelde een plan voor vervolgonderzoek naar de blootstelling van omwonenden op, maar tot dusver is dit onderzoek niet gestart.

“Greenpeace maakt zich grote zorgen over vertraging bij de uitvoering van verder onderzoek na de conclusies van de Gezondheidsraad. De grote vraag is ook waarom er maar zo weinig aandacht is voor de gezondheidsgevolgen bij boeren en tuinders, terwijl de onderzoeken in binnen- en buitenland schadelijke gezondheidsgevolgen laten zien. Uiteindelijk moeten we de landbouw onafhankelijk maken van het grote gebruik van middelen. Dat is in het belang van boer, consument én milieu,” zegt Herman van Bekkem.