Nederland kolenvrij, een perspectief dat hoog op de agenda staat in het politieke en publieke debat over de aanpak van klimaatverandering. Daarbij gaan veel argumenten over tafel. In deze factsheet geven wij antwoord op 14 veelgestelde vragen:
  1. Waarom is een kolenexit in Nederland nodig?
  2. Hoeveel kolencentrales zijn er in Nederland?
  3. Gaan we bij een kolenexit geen kolenstroom uit het buitenland importeren?
  4. Komt onze energievoorzieningszekerheid in gevaar?
  5. Vanwege de emissiehandel maakt een kolenexit toch geen verschil?
  6. Wat zijn de kosten en baten van een kolenexit?
  7. Wordt de energie-intensieve industrie het land uitgejaagd?
  8. Is het niet zonde van de investeringen om nieuwe kolencentrales te sluiten?
  9. Hebben de kolenbedrijven recht op schadecompensatie?
  10. Wat zegt het energieakkoord over een kolenexit?
  11. Kunnen kolencentrales verduurzamen door CO2 op te slaan?
  12. Kunnen kolencentrales verduurzamen door warmte te leveren?
  13. Is bijstook van biomassa niet nodig om het doel voor hernieuwbare energie te halen?
  14. Wat betekent een kolenexit voor de werkgelegenheid?

1. Waarom is een kolenexit in Nederland nodig?

Kolencentrales stoten enorm veel CO2 uit. Ook nieuwe kolencentrales stoten nog steeds twee keer zoveel CO2 uit als een nieuwe gascentrales. De afgelopen jaren zijn er drie grote nieuwe kolencentrales bijgekomen, waardoor het kolenverbruik in Nederland sterk is gestegen. De kolencentrales in Nederland leverden in 2015 maar liefst 38% van de stroom die we verbruiken. De centrales stootten daarbij bijna 30 miljoen ton CO2 uit. Dat is 15% van de totale Nederlandse CO2-uitstoot. Gascentrales staan afgeschakeld terwijl kolencentrales volop draaien.


Figuur 1: De productie van elektriciteit uit kolencentrales neemt de laatste jaren snel toe.

De rechtbank in Den Haag bepaalde in juni 2015, na een rechtszaak aangespannen door Urgenda en 900 burgers, dat de Nederlandse Staat de uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 25 minimaal procent moet hebben verlaagd ten opzichte van 1990. Dit is de ondergrens die het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) stelt voor rijke landen voor het behalen van de klimaatdoelstelling van maximaal 2 graden opwarming (25 – 40 procent reductie in 2020). Nederland heeft zich aan deze doelstelling gecommitteerd en heeft in reactie op dit vonnis aangegeven dit vonnis te gaan uitvoeren. Om in 2020 de uitstoot van CO2 met een kwart terug te dringen is sluiting van nieuwe kolencentrales onvermijdelijk.

Urgenda-doel wordt waarschijnlijk niet gehaald.De Nationale Energieverkenning (NEV) 20162 schatte de CO2-reductie bij huidig beleid op 23 procent in 2020. Op basis daarvan verklaarde minister Kamp geen kolencentrales meer te willen sluiten. Echter, de NEV gaat onterecht uit van een sterke toename van de import van elektriciteit, waardoor de CO2-uitstoot van de productie over de grens plaatsvindt en dus niet aan Nederland wordt toegekend. Cijfers van Frontier Economics en het CBS laten echter een tegenovergestelde ontwikkeling zien: De productie van elektriciteit in Nederland stijgt sterk en de import neemt eerder af. Hierdoor ontstaat een groot gat met het Urgenda-vonnis.

Het klimaatakkoord dat in Parijs is afgesloten gaat nog veel verder. Het stelt als doel om de opwarming van de aarde te beperken tot ‘ver beneden de twee graden met zicht op anderhalve graad.’ Om het Parijsakkoord te behalen moet de CO2-uitstoot op zeer korte termijn al sterk omlaag, om in 2035 naar nul te gaan. Er is minimaal 40 procent CO2-reductie in 2020 nodig, een doel dat Duitsland en Denemarken al nastreven. Daarvoor is het nodig dat alle kolencentrales uiterlijk in 2020 worden gesloten.

2. Hoeveel kolencentrales zijn er in Nederland?

Er draaien in Nederland nog zeven kolencentrales. De oude centrales van Uniper gaan op 1 juli 2017 dicht als onderdeel van het energieakkoord. Dan zijn er nog twee centrales uit de jaren negentig en onlangs zijn er drie grote nieuwe centrales operationeel geworden.

Tabel 1: kolencentrales in Nederland

De nieuwe kolencentrales zijn wat efficiënter dan de oude, maar ook een stuk groter. Al met al neemt het totale kolenvermogen in Nederland en de CO2-uitstoot door kolencentrales flink toe, terwijl het Parijsakkoord en het Urgenda-vonnis juist vragen om snelle uitfasering van kolenvermogen. Nederland is het enige Europese land dat zijn complete kolenvermogen heeft vervangen voor nieuwe centrales, met een levensduur van 40 jaar. Nederland loopt daarmee ver achterop waar het gaat om het uitfaseren van kolen.

3. Gaan we bij een kolenexit geen kolenstroom uit het buitenland importeren?

Het elektriciteitsnet houdt niet op bij de grens en is internationaal gekoppeld. Nederland importeert en exporteert elektriciteit. Dat is echter geen reden om Nederlandse kolencentrales niet snel te sluiten.

Het is nodig om alle kolencentrales te sluiten in Europa, maar Nederland kan niet wachten tot andere landen dat eerst doen. Wil Nederland een totale uitfasering van kolen dan moet het zelf het goede voorbeeld geven. Pas dan kan het andere Europese landen geloofwaardig aanspreken.

ECN raamt dat bij een Nederlandse kolenexit op korte termijn de helft van de weggevallen productie wordt vervangen door Nederlandse gascentrales die momenteel afgeschakeld staan. Dat betekent niet dat er meer gas uit Groningen opgepompt moet worden, wel dat er tijdelijk meer gas moet worden geïmporteerd, totdat duurzame energie het geheel over kan nemen. Daarnaast gaat Nederland bij een kolenexit veel minder stroom naar het buitenland exporteren. Ongeveer een kwart van de kolenexit wordt uiteindelijk over de grens opgevangen door meer import van stroom.

Echter, niet alleen in Nederland staat het sluiten van alle kolencentrales op de agenda, ook bij ons omringende landen is het nodig dat kolencentrales worden gesloten. En dat gebeurt ook:

In het Verenigd Koninkrijk en Denemarken sluiten de laatste kolencentrales in 2025. In België zijn alle kolencentrales al uitgefaseerd. Duitsland heeft naast veel duurzame elektriciteit ook veel (bruin)koolcentrales. Als argument tegen een kolenexit wordt vaak aangevoerd dat dit zou gebeuren door Duitse bruinkoolcentrales die een stuk vervuilender zijn dan Nederlandse kolencentrales. Dat is niet realistisch, om meerdere redenen:

  1. De capaciteit aan bruinkoolcentrales in Duitsland draait al maximaal, en de Duitse overheid heeft recent besloten om 2,7 GW aan capaciteit uit te zetten.
  2. Het waterbedeffect werkt twee kanten op. Duitsland heeft een CO2-reductiedoelstelling van 40 procent in 2020 – ver boven het Europese ambitieniveau. Op het moment dat Duitse kolencentrales harder zouden moeten draaien door een Nederlandse kolenexit moet Duitsland weer extra maatregelen nemen om de eigen nationale CO2-doelstelling te behalen. Daarbij, Duitsland kan niet om een ‘Kohleausstieg’ heen wil het zijn eigen klimaatdoelen halen.
  3. Vanwege de Duitse ‘Atomausstieg’ worden vanaf 2022 veel kerncentrales uit de markt genomen. Het is de vraag of er dan überhaupt nog Duits kolenvermogen beschikbaar is voor de Nederlandse stroomvoorzienig.
  4. De nieuwe emissie-eisen voor kolencentrales in de herziene Europese Richtlijn Industriële Emissies gaan ervoor zorgen dat in 2021 veel Duitse bruinkoolcentrales gesloten moeten worden omdat ze niet meer kunnen voldoen aan de veel strengere eisen voor de uitstoot van stikstof- en zwaveldioxide.

Onderzoek overheid naar effecten kolenexit

Het Ministerie van Economische Zaken heeft in 2016 door Frontier Economics onderzoek laten doen naar de effecten van het sluiten van kolencentrales in Nederland. Echter, het onderzoek was erg sturend in opzet. Er werd aangenomen dat alleen Nederland zijn kolencentrales sluit en dat andere landen verder tot 2050 niets doen aan klimaatbeleid. Met andere woorden, het Parijsakkoord wordt niet uitgevoerd. In dat scenario is het klimaateffect van een eenzijdige Nederlandse kolenexit beperkt. Lees hier de reactie van Greenpeace en Natuur & Milieu op dat rapport.

4. Komt onze energievoorzieningszekerheid in gevaar?

ECN en netbeheerder TenneT concluderen dat een kolenexit geen problemen oplevert voor de energievoorzieningszekerheid. Er zijn ruim voldoende gascentrales beschikbaar en er is voldoende verbinding met het buitenland om kolencentrales per direct uit te zetten. Daarnaast zorgt de snelle opkomst van duurzame energie dat er veel capaciteit bijkomt. Alleen al de windmolenparken in het Energieakkoord zijn goed voor een kwart van het Nederlandse stroomverbruik in 2023.

5. Vanwege de emissiehandel maakt een kolenexit toch geen verschil?

Onder het Europese systeem voor emissiehandel (ETS) is de totale reductie van CO2 vastgelegd. De industrie en energiebedrijven vallen onder het ETS. Bedrijven mogen onder het plafond onderling handelen in emissierechten. Extra CO2-reductie binnen de ETS-sectoren heeft dus geen zin, want hierdoor blijven er emissierechten over die andere bedrijven dan weer op mogen maken. Netto wordt er dan niet minder CO2 uitgestoten. Dit is een veelgehoord argument tegen een kolenexit. Het klopt echter niet, want:

  • Met het ‘dat-valt-toch-onder-het-ETS-argument’ zouden alle maatregelen in het energieakkoord – zoals windmolens, zonnepanelen en energiebesparing – ook niet tot minder CO2-uitstoot leiden. Het argument maakt het ETS impliciet leidend voor het nationale klimaatbeleid, en dat is geen objectieve, maar een politieke stellingname. Andere Europese landen, zoals Duitsland en Denemarken, doen dat niet. Zij stellen zichzelf een doel van 40 procent CO2-reductie in combinatie met bijbehorende doelen voor duurzame energie en energiebesparing.
  • Het ambitieniveau van het ETS wordt in de Europese besluitvorming bepaald door landen die op de rem staan, zoals Polen. Door het ETS leidend te maken laat Nederland het tempo van de transitie dus bepalen door dit soort landen.
  • Pas vanaf een CO2-prijs van rond de 40 euro/ton gaat het ETS ervoor zorgen dat er kolencentrales afschakelen en windmolens bijkomen. Zo’n prijs is vooralsnog ver uit zicht. Maar het aanpakken van klimaatverandering gaat in essentie om het tijdig vervangen van al onze fossiele technologie voor volledig duurzame technologie. Het ETS levert dat niet en dus is beleid nodig dat die omschakeling wel forceert, zoals subsidies voor windparken en het sluiten van kolencentrales. Dat daarmee het ETS wordt ondermijnd toont vooral aan dat het ETS te weinig ambitie heeft.
  • Er is momenteel een enorme overcapaciteit aan emissierechten. Dit ondermijnt het waterbedeffect in het ETS. Als er nu een kolencentrale wordt afgeschakeld, betekent dit niet dat er elders weer meer CO2 wordt uitgestoten. Gezien het overschot aan emissierechten is die prikkel er helemaal niet.
  • Bij het maken van internationale klimaatafspraken sinds de oprichting van de UNFCCC in de jaren ‘90 is het normaal om landen te beoordelen op hun eigen nationale emissies. De rechtbank Den Haag volgt die methode daarom in het vonnis in de Urenda-klimaatzaak en beroept zicht niet op het ETS. Nederland moet zijn nationale emissies met 25 procent terugbrengen in 2020.
  • Nederland zou een kolenexit kunnen combineren met het vernietigen van de bijbehorende emissierechten om zeker te stellen dat er geen waterbedeffect optreedt via het ETS.

6. Wat zijn de kosten en baten van een kolenexit?

Het terugdringen van de CO2-uitstoot zal linksom of rechtsom leiden tot hogere energieprijzen. Momenteel zijn de energieprijzen kunstmatig laag omdat de kosten van vervuiling en klimaatverandering niet in de prijs zijn verwerkt. ECN en Frontier Economics schatten dat met een kolenexit in 2020 de prijzen zullen stijgen met 0,002 – 0,004 euro per kWh.7 Een gemiddeld huishouden zal 14 euro per jaar meer kwijt zijn aan energiekosten.2 Uit onderzoek van NUON (zelf eigenaar van een kolencentrale) blijkt dat driekwart van de Nederlanders een kolenexit wil en bereid is om daar 50 euro per jaar extra energiekosten voor te betalen. In termen van CO2 liggen de kosten ongeveer op 25-30 euro per ton vermeden CO2.3,6, Daarmee is een kolenexit een buitengewoon goedkope optie om snel veel CO2 te reduceren. Voor het zo kosteneffectief mogelijk realiseren van het vonnis van de rechter in de klimaatzaak is het uitzetten van kolencentrales de enige optie.


Figuur 2: Kosteneffectiviteit van verschillende maatregelen om de CO2 uitstoot te verlagen. Een kolenexit is met afstand de meest kosteneffectieve maatregel om het Urgenda-doel te halen. Bron: Rijskoverheid12

Wanneer ook naar de baten van een kolenexit wordt gekeken is het sluiten van kolencentrales per saldo positief voor de maatschappij. Minder luchtvervuiling en het verminderen van CO2-uitstoot levert de samenleving meer op dan de kosten van sluiting. Onderzoeksbureau SEO berekende dat een kolenexit netto leidt tot baten van tegen de 5 miljard euro.

7. Wordt de energie-intensieve industrie het land uitgejaagd?

Het terugdringen van de CO2-uitstoot zal linksom of rechtsom leiden tot hogere energieprijzen. Momenteel zijn de energieprijzen kunstmatig laag doordat de kosten van vervuiling en klimaatverandering niet in de prijs zijn verwerkt. De verwachte kostprijsstijging van 0,002 – 0,004 euro per kWh bij een kolenexit is voor de energie-intensieve industrie verwaarloosbaar. Zelfs bij de meest energie-intensieve sectoren, metaal en chemie, bedragen de energiekosten slechts 1 – 1,2% van de totale kosten. Door een kolenexit nemen de energiekosten toe met 6,5%, wat resulteert in een stijging van de totale kosten van deze bedrijven van 0,01%. Dat kan geen reden zijn om de productie te verplaatsen.

8. Is het niet zonde van de investeringen om nieuwe kolencentrales te sluiten?

De eigenaren van de nieuwe kolencentrales laten veelvuldig weten dat de kolencentrales bij elkaar ongeveer 6 miljard euro hebben gekost en dat ze bij sluiting dat geld terug willen zien. Onderzoek van Spring Associates concludeert echter dat de waarde van de nieuwe kolencentrales al is gehalveerd en nu rond de 3 miljard euro ligt. Onderzoek van IEEFA bevestigt dit. De centrales zijn zeer verliesgevend en de investeringskosten zullen nooit meer worden terugverdiend. Dat hebben de grote energiebedrijven aan zichzelf te wijten: Ze hebben de afgelopen 10 jaar in Europa veel extra fossiele centrales geplaatst, niet rekening houdend met de opkomst van duurzame energie, waardoor er nu een grote overcapaciteit is ontstaan op de energiemarkt. Dus zijn stranded assets nu onafwendbaar. De CEO van RWE betuigde in 2012 dan ook openlijk spijt van de beslissing om de kolencentrale in de Eemshaven te bouwen. De waarde van 3 miljard euro is nog zeer conservatief. In de berekeningen gaat Spring Associates alleen uit van vastgesteld beleid, wat betekent dat duurzame energie niet meer sterk groeit na uitvoering van het Energieakkoord, terwijl dat wel nodig is voor het uitvoeren van het Parijsakkoord. Groeit duurzame energie na 2020 gestaag door en stijgen de CO2 prijzen, dan zullen de nieuwe kolencentrales veel eerder omvallen en zijn ze nog veel minder waard. In die 3 miljard euro zit ook niet in inbegrepen dat de gascentrales die momenteel staan afgeschakeld weer zullen gaan draaien. Stilstand van die gascentrales, door goedkope kolenstroom, kan ook gezien worden als een vorm van kapitaalvernietiging die met een kolenexit weer ongedaan wordt gemaakt. Tot slot zullen de eigenaren van de kolencentrales onderdelen van de centrales verkopen bij sluiting.

9. Hebben de kolenbedrijven bij sluiting recht op schadecompensatie?

Nee, de kolenbedrijven konden dit zien aankomen. Het proces rondom de vergunningverlening voor de nieuwe kolencentrales speelde van 2006-2008, vlak na de klimaatfilm van Al Gore, een tijd van sterk opkomend klimaatbewustzijn. Politiek en maatschappelijk was er zeer veel weerstand tegen de komst van de nieuwe kolencentrales. De eigenaren beloofden CO2-opslag en bijstook van biomassa, zonder erbij te vermelden dat ze dat alleen gingen doen op voorwaarde van miljardensubsidies. Toenmalig minister Cramer gaf duidelijk aan dat de kolencentrales geen vrijbrief zouden krijgen om gedurende de levensduur onbeperkt CO2 uit te stoten. Ze moesten hun CO2-uitstoot in de toekomst beperken en de rekening daarvoor zou komen te liggen bij de eigenaren zelf. In de milieuvergunning voor de kolencentrale van RWE staat:

“De grote hoeveelheid CO2 die echter vrijkomt bij de energieproductie met fossiele brandstoffen, waaronder steenkool, moet daarentegen wél verantwoordelijk worden gehouden voor een deel van de opwarming van de aarde/klimaatveranderingen. Dit heeft geleid tot een aantal beleidsontwikkelingen, waarbij de Europese ambitie en die van de rijksoverheid is om vanaf 2020 bij kolencentrales CO2-afvang en -opslag (CCS) te verplichten en nieuwe kolencentrales vanaf 2010 “CO2 capture ready” op te leveren.”

In 2009 nam de Tweede Kamer een motie aan voor het stellen van een CO2-norm voor energiecentrales op het niveau van een gascentrale. Dat betekent dat kolencentrales de uitstoot van CO2 moeten halveren en dat zelf moeten betalen. Toch zijn RWE, Engie en Uniper willens en wetens deze kolencentrales gaan bouwen. Het ligt daarom voor de hand dat de regering nu met een norm komt die de kolencentrales dwingt om de CO2-uitstoot terug te dringen. Kolencentrales moeten dan voor eigen rekening aan die norm gaan voldoen. Beloofd is beloofd. Ze hadden dit al van mijlenver kunnen zien aankomen. In het Verenigd Koninkrijk geldt al een CO2-norm voor energiecentrales, dus dit is toegestaan binnen de Europese regelgeving. De kans dat de eigenaren van de nieuwe kolencentrales dan recht hebben op een schadeclaim is klein: Dit was voorzienbaar overheidshandelen en de eigenaren van de kolencentrales hebben het investeringsrisico zelf genomen. Als kolencentrales zelf CO2-opslag of biomassa-bijstook moeten betalen om te komen tot het uitstootniveau van een gascentrale kunnen ze niet meer concurreren met gascentrales en moeten ze stoppen met draaien. Bovenstaande is geheel uitgewerkt in een memo van advocaat Bondine Kloostra, ‘Beperking van CO2-uitstoot van kolencentrales’.

10. Wat zegt het Energieakkoord over een kolenexit?

In het Energieakkoord staat dat de vijf oudste kolencentrales in Nederland worden gesloten (zie figuur 1) en dat de kolenbelasting wordt afgeschaft. Er staat verder dat er maximaal tot 25 petajoule aan biomassa mag worden bijgestookt in kolencentrales. Dat is dus een plafond en geen minimumeis. Milieuorganisaties hebben dat plafond bedongen om te voorkomen dat bijstook in kolencentrales een te groot beslag zou leggen op de subsidiepot voor duurzame energie. Er wordt in het Energieakkoord niets gezegd over de drie nieuwe kolencentrales. Greenpeace heeft zich van begin af aan verzet tegen deze centrales en procedeerde samen met andere milieuorganisaties jarenlang bij de Raad van State. Dat bleek geen reden voor de energiebedrijven om van een gezamenlijk energieakkoord af te zien.

11. De kolencentrales op de Maasvlakte gaan toch CO2 opslaan?

E.ON (tegenwoordig Uniper) en GDF Suez (tegenwoordig Engie) hebben destijds de milieuvergunningen voor de nieuwe kolencentrales verkregen door de lokale politiek ervan te overtuigen dat ze hun CO2 gingen opslaan onder de grond. Dat bleek een valse belofte. De kolencentrales draaien en er wordt vooralsnog vooral gepraat over CO2 opslag. Wat er nu in de steigers staat is het ROAD-project dat netto slechts 15 procent van de uitstoot van de kolencentrale van Uniper voor niet meer dan 2 jaar gaat opslaan in een gasveld onder de Noordzee, waarbij er door de druk van de opgeslagen CO2 meer gas en olie kan worden gewonnen. Het gaat in totaal om slechts 2 megaton CO2-opslag. Voor het opslaan van CO2 is veel energie nodig is. De kolencentrale moet een kwart meer kolen verbranden om de afvanginstallatie van energie te voorzien. Met die kolen kan geen elektriciteit meer worden geproduceerd, en dus is de netto CO2 besparing minder dan wat er in het veld wordt gepompt. De kosten van ROAD bedragen een half miljard euro, die voor 80% worden betaald met publiek geld. Dat is omgerekend 250 euro per ton vermeden CO2. Dat is een factor tien meer dan de kosten van het sluiten van kolencentrales (zie vraag 6). Na ROAD is het geld op, het gasveld vol en stopt dus de opslag van CO2. Na ROAD een vervolg geven aan CO2-opslag is duur en kan niet uit zonder blijvende staatssteun. Bij stijgende CO2-prijzen zal het moment eerder komen dat gascentrales het overnemen van kolencentrales (bij ongeveer 40 euro per ton CO2), dan dat kolencentrales met CO2-opslag rendabel worden. CO2-opslag biedt dus geen oplossing voor kolencentrales.

12. Kolencentrales kunnen toch warmte leveren voor stadsverwarming?

Aansluiting van de nieuwe kolencentrales op warmtenetten zorgt voor een ongewenste lock-in die vroegtijdige sluiting van kolencentrales juist lastiger maakt. In de regio Rotterdam zou een speciale leiding naar de Maasvlakte getrokken moeten worden om de kolencentrales van Engie en Uniper aan te sluiten op de nog te ontwikkelen warmterotonde. De nieuwe kolencentrales produceren daarnaast warmte van een te lage temperatuur voor invoeding in een warmtenet voor stadsverwarming. Om tot een hogere temperatuur te komen moeten kolencentrales hun elektriciteitsproductie gaan terugschroeven. Dat betekent dat er bij aansluiting van kolencentrales op een warmtenet geen sprake is van ‘restwarmte’ die anders zou vervliegen, maar dat er speciaal kolen voor worden gestookt: Kolenwarmte dus. Er zijn veel schonere warmtebronnen om aan te sluiten op een warmtenet, zoals aardwarmte. Daarnaast is het belangrijk dat in de eerste plaats de vraag naar warmte sterk wordt teruggedrongen, onder andere door verregaande woningisolatie. Gelukkig is het aansluiten van de kolencentrales op de Zuid-Hollandse warmterotonde van de baan. Den Haag, Rotterdam, het Westland, Leiden, LTO Glaskracht en Heineken duidelijk laten weten geen kolenwarmte te blieven. Een duidelijk signaal! In Amsterdam werd kolenwarmte al eerder uitgesloten.

13. Is bijstook van biomassa niet nodig om het doel voor duurzame energie te halen?

De primaire reden om biomassa bij te stoken is het verminderen van de CO2-uitstoot. Maar sluiten van kolencentrales zorgt voor veel minder CO2-uitstoot tegen veel lagere kosten dan het bijstoken van biomassa. Dus het is onlogisch om de centrales open te houden vanwege de biomassabijstook. Op die manier raakt ook het doel van 25 procent minder CO2 in 2020 uit zicht. De doelstelling van 14 procent duurzame energie in 2020 moet wel worden behaald, dus als bijstook in kolencentrales wegvalt door een kolenexit, moet er elders meer duurzame energie worden opgewekt (het gaat om 1.2%-punt). Onderzoeksbureau CE Delft heeft de mogelijkheden in kaart gebracht en komt tot de conclusie dat een pakket met wind op zee, zonneparken, biomassa voor de productie van biostoom in de industrie en biomassa voor stadsverwarming de bijstook in kolencentrales kan vervangen tegen veel lagere kosten en met veel meer werkgelegenheid als neveneffect. Ook is er dan slechts een kwart van het hout nodig dat nodig zou zijn voor bijstook in kolencentrales. Dat komt vooral doordat de productie van warmte uit biomassa een rendement van 100% heeft, terwijl de productie van elektriciteit uit biomassa blijft steken op maximaal 40%.

14. Wat betekent een kolenexit voor de werkgelegenheid?

Energieproductie via kolencentrales is een arbeidsextensieve vorm van energie opwekken. Dat betekent dat er relatief weinig arbeid nodig is per opgewekte hoeveelheid energie. Duurzame energie, en dan met name windenergie, kenmerkt zich juist door het feit dat de productiekosten voor een relatief groot deel bestaan uit arbeidskosten. Daardoor zorgt een overgang naar duurzame energie netto voor veel meer werkgelegenheid. Dit laat natuurlijk onverlet dat wanneer kolencentrales gesloten worden een goed sociaal plan nodig is voor de mensen die daar werkzaam zijn. Werknemers moeten zo goed mogelijk van werk naar werk geholpen worden. De overgang naar duurzame energie moet op een sociaal verantwoorde manier plaatsvinden en mag niet over de rug gaan van mensen die momenteel werkzaam zijn in de fossiele energieopwekking.