Ontbossing gaat nu grens over

Meer transparantie is cruciaal voor verduurzaming van biobrandstoffen. Dat blijkt uit een vandaag gepubliceerd rapport van CE Delft. De hekkensluiters van vorig jaar zijn de koplopers van dit jaar.

De ranglijst: brandstoffen stap voor stap duurzamer
Oliebedrijf Total levert biobrandstoffen met de hoogste CO2-uitstoot. Esso en Salland scoren het beste. De jaarlijkse ranking van Greenpeace Nederland, Natuur & Milieu, ActionAid, IUCN NL en Milieudefensie laat een stijgende lijn zien: oliebedrijven produceren steeds duurzamere biobrandstoffen voor de Nederlandse markt, al ontbreekt nog steeds veel informatie. Zo waren de koplopers Esso en Kuwait Oil van dit jaar de hekkensluiters van vorig jaar. Dat komt doordat deze oliebedrijven makkelijk voedselgewassen kunnen vervangen door afval als grondstof voor biobrandstof.

Voedsel in de tank
Het gebruik van voedselgewassen speelt een bepalende rol in de ranking. Als brandstof is het nauwelijks beter dan fossiele brandstof. Het gebruik van voedselgewassen voor biobrandstof leidt in veel gevallen bovendien tot ontbossing en landroof. Dit is ook de reden waarom Total het slechtste scoort op de ranglijst: veel bijmenging van biobrandstof uit voedselgewassen.

Maarten van Biezen, hoofd Mobiliteit bij Natuur & Milieu: ‘Voedselgewassen zijn bestemd voor voedsel, niet voor auto’s. Wij roepen de overheid daarom op om biobrandstoffen uit voedselgewassen snel uit te faseren. Naast betere alternatieven zoals elektrisch rijden, is het ’t meest duurzaam biobrandstof te produceren uit afval of zelfs uit algen. Dat doen bijvoorbeeld Esso en Salland nu. Op die manier hoeven we geen landbouwgronden te gebruiken. Dit gebeurt nu echter nog zeer weinig.’ Wettelijk zijn oliemaatschappijen overigens verplicht om biobrandstof bij hun benzine en diesel te mengen, in 2013 was dat 5 procent.

Ontbossing door biobrandstoffen gaat de grens over
Nederland is de grootste biobrandstoffenproducent van Europa. Over deze productie bestaat niet dezelfde transparantie als over de Nederlandse consumptie. Veel biobrandstof uit voedselgewassen verdwijnt naar het buitenland. Daarnaast is van veel biodiesel de oorsprong en omvang niet bekend. Omringende landen vragen namelijk niet in dezelfde mate van transparantie over de herkomst van biodiesel.

Voor palmolie wordt veel tropisch regenwoud gekapt in met name Indonesië en in toenemende mate in Afrikaanse landen. “De kap van tropisch regenwoud kan alleen aangepakt worden als er meer transparantie is in de gehele keten: van herkomst tot en met export en consumptie van zelfgemaakte biobrandstoffen elders in Europa. De Nederlandse overheid moet zich daar hard voor maken”, zegt Willem Wiskerke, campagneleider Klimaat en Energie bij Greenpeace Nederland.

“Dit rapport laat ook zien dat het financieel aantrekkelijk is nieuwe plantaardige olie als gebruikt frituurvet te verkopen, want elke druppel frituurvet telt dubbel in de bijmenging. Meer transparantie in de hele keten kan uitsluiten of hierbij sprake is van fraude”, zegt Anouk van Baalen, campaigner Energie & Grondstoffen van Milieudefensie.

Over het onderzoek
Onderzoeksbureau CE Delft analyseerde de meest recente cijfers (2013) over de bijmenging van biobrandstof, in opdracht van Greenpeace Nederland, ActionAid, IUCN NL, Natuur & Milieu en Milieudefensie. Klik hier voor het volledige rapport.