Schoon water is een groot goed. Geen mens kan zonder. In het Westen hebben we het vervuilen van ons water gelukkig een halt weten toe te roepen. Vervuilende industrieën streken elders neer; nu worden opkomende economieën als China en Mexico opgezadeld met de giftige bijproducten van grote multinationals. Onder andere de kledingindustrie draagt in deze landen bij aan de vervuiling van rivieren en meren.
Gifvrije kledingproductie
Dat veel van onze kleding onder erbarmelijke omstandigheden in elkaar wordt gezet, is inmiddels bij velen bekend. Dat aan die kleding ook nog eens een giftig luchtje kleeft, is minder bekend. De rivieren en meren waarvan miljoenen mensen afhankelijk zijn voor drinkwater en vis, worden door kledingfabrieken gebruikt als afvoerputje. Juist de bekende merken uit onze winkelstraten kunnen deze praktijken stoppen. Dat zijn ze verschuldigd aan hun klanten én aan de mensen die hun producten maken.
Ook in ons drinkwater
Giftige kleding is geen ver-van-mijn-bedshow. Zodra we ons leuke nieuwe shirtje, ‘made in China’, gaan wassen, belanden de gebruikte chemicaliën in ons eigen water. Giftige nonylfenolen zijn in Europa verboden, maar komen door de import van kleding toch in ons milieu terecht.
Grote merken gaan voor gifvrij
Greenpeace roept kledingproducenten op het gebruik en de dump van gifstoffen een halt toe te roepen. Grote merken als G-star, Zara, Levi's, Benetton en H&M hebben al beloofd het roer drastisch om te gooien. Er zijn echter nog vele ketens die doen alsof hun neus bloedt. Natuurlijk moeten al deze merken uiteindelijk ook schoon gaan produceren.
Onderzoek naar vervuiling van kledingmerken
Sinds 2011 onderzoekt Greenpeace welke kledingmerken verantwoordelijk zijn voor watervervuiling. De resultaten van ons uitgebreide veldwerk vind je in de rapporten ‘Dirty laundry 2’ en ‘Giftige sporen van fast fashion’.