Sinds het oliebedrijf Trafigura in 2006 gevaarlijk afval dumpte in Ivoorkust, strijdt Greenpeace voor gerechtigheid. Gerechtigheid voor de bewoners van de stad Abidjan, waar het afval werd geloosd. Nog altijd weten zij niet aan welke stoffen zij zijn blootgesteld. Op 23 december 2011 werd Trafigura in hoger beroep veroordeeld voor de illegale export van gevaarlijk afval vanuit de haven van Amsterdam. Greenpeace zet alle gebeurtenissen in deze uiterst complexe zaak voor je op een rijtje. Klink op de hyperlinks om de vele bewijsstukken in te zien.

Januari 2006: Trafigura koopt in Mexico goedkope, vervuilde nafta, een overblijfsel van het destilleren van ruwe olie, en laadt deze op de tanker Probo Koala. Het oliebedrijf wil de nafta ontzwavelen en vermengen met andere benzineproducten om deze vervolgens met grote winst te verkopen op de Afrikaanse markt.

Januari-maart 2006: Trafigura vindt slechts twee faciliteiten in de hele wereld bereid om de nafta te behandelen. Begin 2006 wordt tweemaal een poging gedaan in een raffinaderij in Tunesië. Daar gaat het mis. Er wordt gerapporteerd dat drie werknemers in het ziekenhuis belanden met ademhalingsproblemen.

April 2006: Autoriteiten in Tunesië verbieden verdere behandeling van de nafta. Trafigura wil doorgaan en zoekt naar een andere oplossing. Al snel wordt duidelijk dat ontzwaveling op land geen optie is.

April-juni 2006: Trafigura voert het omstreden proces uit op volle zee, aan boord van de Probo Koala, iets dat voor zover bekend nooit eerder is gedaan. Door toevoeging van grote hoeveelheden bijtende soda (natriumhydroxide) wordt een iets hogere kwaliteit nafta verkregen, die vervolgens in Afrika voor miljoenen euro’s wordt verkocht. Tonnen gevaarlijk afval blijven achter in het schip.

1-2 juli 2006: Na te zijn afgewezen door verschillende faciliteiten in Europese landen, meert de Probo Koala aan in de haven van Amsterdam. Aan boord is meer dan 500 m3 gevaarlijk afval. Trafigura verzwijgt tegenover afvalbedrijf Amsterdam Port Services (APS) en de Nederlandse autoriteiten de ware aard van het afval en doet alsof het om gewoon scheepsafval gaat. Nadat APS ongeveer de helft van het afval van boord heeft gepompt, wordt geklaagd over ernstige stank. De politie neemt monsters van het afval en stuurt deze naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI). Tests van APS zelf wijzen uit dat het afval veel zwaarder vervuild is dan door Trafigura aangegeven. APS verhoogt de verwerkingsprijs van € 27,- naar € 1000,- per m3. De verwerking zou Trafigura nu meer dan een half miljoen euro kosten. Trafigura weigert en eist dat het afval wordt teruggepompt aan boord van de Probo Koala.

3-5 juli 2006: De gemeente Amsterdam en andere autoriteiten gaan zich met de zaak bemoeien, maar weten zich geen raad met de situatie. Op de avond van 4 juli verleent de gemeente Amsterdam toestemming om het afval terug te pompen. De Probo Koala verlaat de volgende dag de haven van Amsterdam en vaart via Estland naar Nigeria. Uitgelekte interne e-mails suggereren dat Trafigura overwoog om het afval in zee te dumpen. In Nigeria doet Trafigura enkele vergeefse pogingen om het afval goedkoop kwijt te raken.

18 augustus 2006: Nog voor de Probo Koala in Abidjan aanmeert, sluit Trafigura een deal met het pas opgericht eenmansbedrijfje Tommy. In het met de hand geschreven contract staat vermeld dat het afval zal worden geloosd op de vuilnisbelt Akouedo. Deze vuilstort in een dichtbevolkte wijk had geen faciliteiten voor de opslag of verwerking van gevaarlijk afval. Trafigura betaalt aan Tommy $ 30,- à 35,- per m3.

19 augustus 2006: De Probo Koala legt aan in Abidjan. Met negen vrachtwagens wordt het afval vervoerd. Slechts enkelen van de chauffeurs kunnen hun lading lossen op de vuilstort, voordat deze vroegtijdig wordt gesloten vanwege stankoverlast. De andere chauffeurs dumpen het afval in paniek op achttien verschillende plekken in en om de stad, vlak bij huizen, de gevangenis, bedrijven en akkers.

Augustus 2006: In de dagen, weken en eerste maanden na de dump melden zich meer dan honderdduizend mensen bij ziekenhuizen met neurologische aandoeningen, ademhalingsproblemen en andere kwalen. De Ivoriaanse overheid maakt melding van vijftien tot zeventien doden.

26 september 2006: Actievoerders van Greenpeace blokkeren de Probo Koala in Estland. De autoriteiten doen onderzoek aan boord. In Nederland doet Greenpeace aangifte tegen Trafigura.

28 september 2006: Claude Dauphin, directeur van Trafigura, erkent tegenover de Ivoriaanse politie dat Trafigura verantwoordelijk is voor ‘het drama dat zich in Ivoorkust heeft afgespeeld’.

14 februari 2007: Trafigura koopt vervolging in Ivoorkust af met een bedrag van zo’n € 152 miljoen.

24 mei 2007: Trafigura gaat in 2006 nog door met het omstreden ontzwavelingsproces op het schip Probo Emu en aan land in een raffinaderij in Noorwegen. Op 24 mei 2007 vindt een grote explosie plaats in die raffinaderij, waarna het proces wordt gestaakt.

Juni 2007: De Ivoriaanse overheid begint met het compenseren van slachtoffers en betaalt met het geld van Trafigura de nabestaanden van zestien mensen die als gevolg van het afval zouden zijn overleden.

Juni 2008: In Nederland begint de rechtszaak tegen Trafigura, APS en de gemeente Amsterdam. Het OM verdenkt het oliebedrijf onder andere van illegale export van afval.

22 oktober 2008: De directeur van Tommy wordt door de rechter in Abidjan veroordeeld tot een gevangenisstraf van twintig jaar. Een werknemer van een scheepsagent krijgt vijf jaar cel.

September 2009: Greenpeace brengt, samen met verschillende (internationale) media, vele belastende bewijsstukken aan het licht, waaronder interne e-mails van Trafigura. Uit die e-mails blijkt dat het bedrijf tot de directie aan toe goed op de hoogte was van de gevaarlijke aard van het afval, wist dat verwerking ervan duur zou zijn en dat er regels zijn die export van het afval verbieden.

16 september 2009: Greenpeace start een beklagprocedure bij het Gerechtshof in Den Haag. De milieuclub eist van het OM dat het Trafigura niet alleen vervolgt voor de illegale export vanuit Amsterdam, maar ook voor de uiteindelijke dump van het afval in Ivoorkust.

20 september 2009: Trafigura betaalt als onderdeel van een schikking een totaalbedrag van € 33 miljoen euro aan 31.000 Ivoriaanse slachtoffers. Het enige dat bij de schikking gepubliceerd wordt, is een ‘gezamenlijke verklaring’ waarin wordt gesteld dat deskundigen geen verband hebben kunnen vaststellen tussen het gedumpte afval en sterfgevallen en bepaalde gezondheidsklachten. In ruil voor dat geld verdwijnen belangrijke onderzoeksrapporten en getuigenissen achter slot en grendel. Alle betrokkenen moeten zwijgen.

30 september 2009: Trafigura plaatst advertenties in landelijke dagbladen over de schikking die het bedrijf trof met de Ivoriaanse slachtoffers en de ‘gezamenlijke verklaring’. Trafigura suggereert onder andere dat een Britse rechter heeft geoordeeld dat het afval geen dodelijke slachtoffers heeft geëist. Ook stelt het bedrijf dat het het beste voorheeft met West-Afrika. Greenpeace dient een klacht in bij de Reclame Code Commissie, vanwege misleiding van het publiek.

Oktober 2009: Een vertrouwelijk rapport dat Trafigura zelf kort na de gifdump heeft laten opstellen, komt aan het licht. In het Minton-rapport staan de giftige stoffen beschreven die het afval bevatte en de gevolgen die dit afval zou kunnen hebben voor de volksgezondheid.

13 oktober 2009: Trafigura staakt zijn verzet om publicaties over het Minton-rapport te voorkomen. Op Twitter ontstond een fel debat nadat bekend was geworden dat Trafigura zelfs probeerde te verhinderen dat de Britse krant The Guardian zou publiceren over een vraag die in het Britse parlement over het rapport was gesteld.

Januari-mei 2010: De Ivoriaanse chauffeurs die voor het bedrijfje Tommy het afval dumpten, vertellen aan Greenpeace en verschillende media hoe Trafigura hun geld betaalde in ruil voor valse verklaringen. Greenpeace doet hiervan op 14 mei aangifte, met het verzoek aan het OM om onderzoek in te stellen naar de beweringen van de chauffeurs. Trafigura weerspreekt de beschuldigingen.

4 juni 2010: de Reclame Code Commissie wijst de klacht van Greenpeace deels toe en oordeelt dat Trafigura het publiek misleidt daar waar het beweert dat het bedrijf het beste voor heeft met de West-Afrikaanse regio.

23 juli 2010: De rechter in Amsterdam veroordeelt Trafigura voor de illegale export van gevaarlijk afval en het verzwijgen van het schadelijke karakter ervan toen Trafigura het aanbood aan APS. De rechter spreekt van ‘boze opzet’. Hij legt het bedrijf een boete op van € 1 miljoen. De kapitein van de Probo Koala en een werknemer van Trafigura krijgen een voorwaardelijke gevangenisstraf. APS wordt ontslagen van rechtsvervolging en de gemeente Amsterdam krijgt immuniteit. Zowel Trafigura als het OM tekent hoger beroep aan.

November 2010: Greenpeace maakt valse facturen openbaar die Trafigura in Ivoorkust wilde laten opstellen, in een poging de Nederlandse politie te misleiden. Op de facturen staan veel hogere bedragen vermeld dan Trafigura in werkelijkheid heeft betaald aan het bedrijfje Tommy.

Februari 2011: Greenpeace maakt bekend dat Trafigura enkele maanden voor de dump de hoogste baas van de haven in Abidjan trakteerde op een kostbaar hotelverblijf in Parijs. Diezelfde havenbaas speelde een zeer dubieuze rol rond de dump, zo bleek later uit Ivoriaans onderzoek. Zo liet hij de Probo Koala uit Abidjan vertrekken, terwijl de Ivoriaanse milieuautoriteiten het schip graag hadden willen onderzoeken.

14 april 2011: Trafigura wordt in Nederland niet vervolgd voor de dump van giftig afval in Ivoorkust, zo bepaalt het Gerechtshof in Den Haag.

7 Juli 2011: In de voorbereiding van de beroepszaak vernietigt het Gerechtshof in Amsterdam het vonnis van de in 2010 veroordeelde werknemer van Trafigura, omdat het de ‘economische kamer van de rechtbank niet bevoegd acht’. Het OM gaat in beroep.

14 november 2011: Het hoger beroep tegen het vonnis van 23 juli 2010 gaat van start bij het Gerechtshof in Amsterdam.

23 december 2011: Trafigura wordt in hoger beroep schuldig bevonden aan illegale export van afval uit Nederland naar Afrika en het verzwijgen van ‘voor het leven en de gezondheid schadelijke karakter’ van het afval toen het bedrijf dat in Amsterdam aanbood.

30 Januari 2012: De rechter in Amsterdam bepaalt dat het OM alsnog de directeur van Trafigura, Claude Dauphin, mag vervolgen voor de illegale export van afval.

September 2012: Na drie jaar onderzoek presenteren Greenpeace en Amnesty International het omvangrijke rapport ‘The toxic truth’. Het rapport is een gedetailleerde analyse van de vele fouten die in Ivoorkust zowel een milieucrisis als een medische en een politieke crisis veroorzaakten. Het rapport geeft aanbevelingen om dergelijke milieumisdrijven in de toekomst te voorkomen.

November 2012: Trafigura koopt vervolging af. Het oliebedrijf treft in Nederland een schikking met het Openbaar Ministerie. Daarmee worden de eerdere strafvonnissen definitief. Trafigura betaalt de in 2010 opgelegde boete van € 1 miljoen en € 300.000 als compensatie voor wat het bedrijf verdiende aan het afval. Vervolging van topman Dauphin wordt afgekocht voor € 67.000. Greenpeace vindt het zorgwekkend dat Dauphin, die een cruciale rol had in deze geschiedenis en voor wie geld geen enkele rol speelt, zich niet voor de rechter hoeft te verantwoorden.