Genetisch gemanipuleerde soja verdringt bos en gewone landbouw in Argentinië

Amsterdam, Nederland — Grootschalige ontbossing, toegenomen gebruik van landbouwgif en de verschraling van de landbouwgrond is het resultaat van acht jaar genetisch gemanipuleerde soja in Argentinië. Dit blijkt uit het deze week gepubliceerde rapport van de landbouweconoom C.M. Benbrook dat hij maakte in opdracht van Greenpeace. De gentech sojaboon verovert sinds 1996 het Argentijnse land. Uiteindelijk is 90 procent van de soja bedoeld voor de export. In Europa is Nederland na Spanje de grootste importeur van de Argentijnse sojaschrootproductie (2,5 miljoen ton in 2003) en is daarmee medeverantwoordelijk voor de gevolgen.

Grootschalige ontbossing, toegenomen gebruik van landbouwgif en de verschraling van de landbouwgrond is het resultaat van acht jaargenetisch gemanipuleerde soja in Argentinië. Dit blijkt uit het deze week gepubliceerde rapport van de landbouweconoom C.M. Benbrook dat hij maakte in opdracht van Greenpeace. De gentech sojaboon verovert sinds 1996 het Argentijnse land. Uiteindelijk is 90 procent van de soja bedoeld voor de export. In Europa is Nederland na Spanje de grootste importeur van de Argentijnse sojaschrootproductie (2,5 miljoen ton in 2003) en is daarmee medeverantwoordelijk voor de gevolgen.

De Roundup Ready sojabonen zijn in Argentinië geïntroduceerd toen het land gebukt ging onder een economische crisis. Conventionele sojaproductie was toen geen grote winstmaker en de onkruidbestrijding werd ingewikkelder en duurder. Midden jaren negentig wilde biotechnologiebedrijf Monsanto de Argentijnse markt veroveren en bood daarom zijn genetisch gemanipuleerde Roundup Ready sojabonen aan tegen relatief gunstige voorwaarden. De verbouw bleek simpel, flexibel en kosteneffectief te zijn. Op korte termijn bood gentech soja inderdaad de beloofde vooruitgang. Uit het onderzoek van Benbrook blijkt echter dat deze gentech teelt op de langere termijn voor de Argentijnse landbouw, het milieu, de economie en de arme bevolking nadelig is.

De groei van de genetisch gemanipuleerde sojateelt in Argentinië is in acht jaar verdubbeld naar 14,2 miljoen hectare (= twee keer de grootte van Nederland). Om in deze behoefte te kunnen voorzien gaat de ontbossing in een ongekend tempo: drie tot zes keer zo snel als in andere bosgebieden. In het jaar 2004 alleen al is een bosoppervlakte ter grootte van tien procent van Nederland verdwenen (400.000 hectare) om plaats te maken voor sojateelt.

Daarnaast is sinds de introductie van de gentechsoja, het glysofaatgebruik op sojahectares enorm toegenomen. Dit eenzijdige gebruik van het giftige bestrijdingsmiddel leidt tot ecologische veranderingen. In de VS bijvoorbeeld, waar de Roundup Ready gewassen al langer op het veld staan, zijn resistente onkruidsoorten een groot probleem. Dit zal leiden tot nog meer pesticidengebruik. Afwisselende verbouw van maïs, tarwe en sojabonen, zoals men die oorspronkelijk toepaste, ruimt het veld voor intensieve sojateelt. Deze monocultuur brengt de voedselzekerheid in gevaar en maakt de economie afhankelijk van één gewas. Ook schetst Benbrook het probleem van de bodemvruchtbaarheid: na enkele jaren van intensieve sojateelt is de vruchtbaarheid hard achteruitgegaan.

Greenpeace vindt deze groei van de gentech soja geen goede ontwikkeling. “Er is te vroeg gejuicht,” zegt Sandra Schalk, campaigner genetische manipulatie van Greenpeace, “op de lange termijn blijft Argentinië achter met een kale en onvruchtbare grond en dit enkel om Europa te voorzien van goedkoop veevoer.” De milieuorganisatie pleit daarom voor een verbod op de teelt van genetische gemanipuleerde gewassen. Ook vindt Greenpeace dat Nederland en Europa moeten stoppen met de import van genetisch gemanipuleerde soja.