Uit een benchmark van het onderzoeksbureau CE Delft, in opdracht van Greenpeace, blijkt dat biodiesel op basis van koolzaad, soja en palmolie, voor het milieu slechter is dan diesel. Biodiesel is de biobrandstof die het meest wordt gebruikt in Europa in het verkeer. Biobrandstoffen op basis van afval en restproducten scoren beter. Het is voor het eerst dat er een ranking is gemaakt tussen verschillende biobrandstoffen. Daarnaast zijn ze vergeleken met gewone diesel en benzine en elektrisch rijden.

Bijmenging biobrandstoffen
In de Europese Unie (EU) is afgesproken dat biobrandstoffen moeten worden bijgemengd in het kader van klimaatbeleid. Maar er ontstaan steeds meer twijfels over dit beleid. Met behulp van de nu ontwikkelde benchmark van CE Delft is te zien dat eerste generatie biobrandstoffen, gebaseerd op landbouwgewassen, teveel nadelige milieu-effecten hebben. Dus een maatregel die bedoeld is als oplossing tegen klimaatverandering dreigt averechts uit te pakken.

Staatssecretaris Atsma van Milieu heeft in maart besloten tot een ophoging van de verplichte bijmenging van biobrandstoffen. De Tweede Kamer heeft hier kritische vragen over gesteld en besluit binnenkort of zij hiermee akkoord gaat. Kees Kodde, campagneleider bossen van Greenpeace: “Atsma slaat de verkeerde weg in als hij nu geen rem zet op niet-duurzame biodiesel.”

Minister Verhagen van Economische Zaken prees onlangs de nieuwe raffinaderij van Neste Oil in Rotterdam aan als het toppunt van duurzaamheid. Deze fabriek scoort slecht in de benchmark, omdat voornaamste grondstof van Neste Oil palmolie is.

Conclusies benchmark biobrandstoffen
In de benchmark worden de verschillende biobrandstoffen gescoord en vergeleken met elektrisch rijden, rijden op waterstof en rijden op benzine of diesel. Gekeken is naar de volgende milieucriteria: directe en indirecte broeikasgasemissies over de hele keten, uitputting van eindige voorraden van nutriënten en landgebruik.

Op alle drie de criteria komen elektrisch rijden op basis van duurzame elektriciteit en biobrandstoffen op basis van afval en restproducten, het beste uit de meetlat.

Als de indirecte CO2-emissie wordt meegerekend, blijkt het rijden op soja-olie, koolzaadolie, palmolie en zonnebloemolie nog meer CO2-uitstoot te veroorzaken dan gewone diesel.

Op het criterium ‘verlies van nutriënten’, meststoffen zoals fosfor (P) en kalium (K), scoren soja- en palmolie ook het slechtst. De voorraad van deze voedingsstoffen is cruciaal voor de groei van planten, maar is eindig, waardoor de landbouw en voedselvoorziening wereldwijd in de problemen kan komen. Als de biobrandstoffen worden vergeleken op het criterium landgebruik, oftewel hoeveel hectare is er voor nodig, dan scoren biobrandstoffen op basis van tarwe, soja en zonnebloem het slechtst.

Onduurzame biobrandstoffen hebben de overhand in Europa
De Europese Commissie verwacht dat in 2020 de biobrandstoffen voor 70% uit eerste generatie biodiesel zullen bestaan. Biodiesel uit palm- en sojaolie leiden tot ontbossing in Indonesië en Zuid-Amerika. Het zijn juist de biodiesels uit deze landen waarvan de export naar Europa nu sterk toeneemt.

 

Meer informatie:

Het onderzoek van CE Delft vindt u hier:  http://www.ce.nl

Ingrid van den Berg, persvoorlichter, 06 2503 1013
Kees Kodde, campaigner, 06 53504728, http://twitter.com/keeskodde_GP