Zojuist hebben actievoerders van Greenpeace voor de kust van Mauritanië op volle zee enorme eurobiljetten geplakt op de flank van de Nederlandse supertrawler Maartje Theadora. De milieuorganisatie protesteert hiermee tegen de overbevissing door Europese schepen in onder andere West-Afrika. De plundering van de zeeën wordt mogelijk gemaakt door Europese subsidies. Eind vorige maand legde Greenpeace in de haven van IJmuiden hetzelfde schip aan de ketting.

‘Deze 140 meter lange visfabriek haalt zo’n 250.000 kilo vis per dag uit zee en staat symbool voor een door en door oneerlijke situatie’, aldus campagneleider Tom Grijsen vanaf Greenpeace-schip de Arctic Sunrise. ‘Het is schrijnend om te zien hoe de voedselzekerheid van miljoenen Afrikanen in het gedrang komt door de hebzucht van een handjevol rijke reders. Alle directe en indirecte subsidies voor dit soort schepen moeten verdwijnen. Op dit moment wordt het Europese visserijbeleid hervormd; hét moment voor staatssecretaris Henk Bleker om voor eens en voor altijd het teveel aan schepen uit de vaart te halen en te zorgen voor een eerlijke en duurzame vissersvloot.’

Eind januari vertrok de Maartje Theadora, nadat het door de Greenpeace-actie enkele dagen vertraging had opgelopen, alsnog uit de haven van IJmuiden. In het scheepsregister stond vermeld dat het zou gaan vissen op de Noordzee. In werkelijkheid stoomde het richting West-Afrika, waar het nu alweer geruime tijd zijn netten uitwerpt.

Het schip maakt onderdeel uit van de vloot van de Pelagic Freezer-trawler Association (PFA), een Nederlands consortium van reders dat tussen 2006 en 2012 zo’n € 142 miljoen aan belastinggeld heeft opgeslokt als bijdrage voor de visserijrechten die aan Afrikaanse landen betaald moeten worden om daar te mogen vissen. Helaas komt van dat geld nauwelijks iets terecht bij de lokale bevolking. Ook heeft de PFA tussen 1994 en 2007 € 21 miljoen ontvangen voor het moderniseren en aanpassen van zijn vloot.