Amsterdam, Nederland — Sony en Sony-Ericsson, twee toonaangevende producenten van elektronicaproducten, hebben besloten geen schadelijke stoffen meer te gebruiken in hun producten. Het gaat om schadelijke stoffen die moeilijk afbreekbaar zijn, zich ophopen in vetweefsel en vaak hormoonverstorend eigenschappen hebben. Dit besluit is tot stand gekomen door gesprekken van Greenpeace Nederland met de elektronicaproducenten en een cyberactie van bezorgde consumenten richting producenten van consumentenelektronica. Sony en Sony-Ericsson hebben toegezegd om wereldwijd geen schadelijke stoffen meer te gebruiken in hun producten met daaraan gekoppeld een concreet tijdpad waarin zal worden overgestapt op schone alternatieven. Na deze toezegging haalt Greenpeace de bedrijven van haar rode lijst af.

Sony en Sony-Ericsson, twee toonaangevende producenten van elektronicaproducten, hebben besloten geen schadelijke stoffen meer te gebruiken in hun producten. Het gaat om schadelijke stoffen die moeilijk afbreekbaar zijn, zich ophopen in vetweefsel en vaak hormoonverstorende eigenschappen hebben. Dit besluit is tot stand gekomen door gesprekken van Greenpeace Nederland met de elektronicaproducenten en een cyberactie van bezorgde consumenten richting producenten van consumentenelektronica. Sony en Sony-Ericsson hebben toegezegd om wereldwijd geen schadelijke stoffen meer te gebruiken in hun producten met daaraan gekoppeld een concreet tijdpad waarin zal worden overgestapt op schone alternatieven. Na deze toezegging haalt Greenpeace de bedrijven van haar rode lijst af.

Eind 2004 nodigde Greenpeace het publiek uit om mee te doen aan de Dubieuze Dagen Test. Bezorgde consumenten konden per mail aan diverse elektronicaproducenten informatie vragen over het gebruik van schadelijke stoffen in hun producten. Ook vroegen de consumenten de bedrijven met deze stoffen te stoppen. Meer dan 14.000 cyberactivisten over heel Europa hebben ruim 32.000 mails verzonden. “De deelname aan deze cyberactie toont aan dat de consumenten een veilig product willen, zónder schadelijke stoffen, zegt Bart van Opzeeland, campagneleider giftige stoffen bij Greenpeace Nederland. “Het toont ook aan dat er een markt is voor schonere producten.”

Schadelijke stoffen die de chemische industrie produceert, worden onder andere gebruikt in consumentenproducten. Deze stoffen zijn al in eerder onderzoek teruggevonden op de Noordpool, in regenwater, maar ook in huisstof en menselijk bloed. Deze chemicaliën zijn moeilijk afbreekbaar, hebben de eigenschap zich op te stapelen in het lichaam van de mens en hebben vaak een hormoonverstorende werking. Greenpeace vindt het schandalig dat deze schadelijke stoffen nog steeds gebruikt worden door bedrijven, terwijl er voor vrijwel alle toepassingen betere alternatieven op de markt zijn.

Greenpeace liet consumentenproducten testen op diverse schadelijke stoffen en voerde gesprekken over het gebruik van broomhoudende vlamvertragers en ftalaten. In een eerder stadium hebben Samsung, Puma en Hennes & Mauritz aangegeven over te stappen op niet-schadelijke alternatieven. “Hiermee willen wij laten zien dat er wel degelijk bedrijven zijn die vooruitstrevend zijn, zonder dat zij zich laten leiden door eventuele wetgeving. Zij nemen de verantwoordelijkheid om schadelijke stoffen uit hun producten te halen en nemen ook concrete stappen om dit doel te bereiken,” zegt Bart van Opzeeland.

Helaas zijn lang niet alle bedrijven bereid over te gaan op niet-schadelijke alternatieven. Daarom eist Greenpeace van de politiek zich hard te maken voor een streng Europees chemicaliënbeleid (REACH) met een verbod op de productie en het gebruik van schadelijke stoffen. Ook wil de milieuorganisatie dat de industrie wordt verplicht over te stappen op niet-schadelijke alternatieven. Stoffen moeten vóóraf worden getest om te zien of ze daadwerkelijk veilig zijn en niet nadat ze al op de markt zijn gebracht. Informatie over stoffen en producten moet toegankelijk zijn voor iedereen. Greenpeace vindt dat alleen met deze wettelijke maatregelen een eind gemaakt kan worden aan deze onnodige vervuiling van mens en milieu.