Amsterdam, Nederland — Greenpeace onderneemt juridische stappen tegen de boomkorvisserij in beschermde gebieden. De milieuorganisatie vraagt LNV-minister Verburg de regels te handhaven en deze vernietigende vistechniek hier niet langer toe te staan. Op 29 juni heeft Greenpeace daartoe twee handhavingsverzoeken ingediend, specifiek voor de Voordelta, de Noordzeekustzone en de Doggersbank [1]. Uiterlijk vandaag had de minister hierop moeten reageren. Vooralsnog blijft het oorverdovend stil.

“Volgens de Natuurbeschermingswet en de Vogel- en Habitatrichtlijn mogen in beschermde gebieden alleen activiteiten plaatsvinden die de natuur niet aantasten. Toch wordt in de beschermde gebieden onder toeziend oog van het ministerie van LNV met de vernietigende sleepnetten op schol en tong gevist [2]”, stelt Femke Nagel, campagneleider oceanen bij Greenpeace.

“Veertien jaar nadat beschermde gebieden ingesteld hadden moeten zijn, is een beperkt aantal gebieden geselecteerd voor bescherming. Maar deze ‘beschermde gebieden’ worden in de praktijk nog steeds ernstig beschadigd door de boomkorvisserij, die met zware netten de bodem omploegt. Daarbij wordt gigantisch veel zeeleven ongewenst meegevangen dat (half)dood weer overboord gaat”, aldus Femke Nagel. “De natuur in de Noordzee is al ernstig aangetast en krijgt zelfs in zogenaamde beschermde gebieden niet de kans te herstellen.

Greenpeace heeft eerder met steenblokken natuurgebieden in het Kattegat en de Duitse Noordzee tegen schadelijke activiteiten beschermd. Ook deze gebieden zijn alleen op papier beschermd. Met de handhavingsverzoeken hoopt Greenpeace voor de Nederlandse beschermde gebieden via juridische weg betere bescherming af te dwingen. Een verbod op de boomkor in deze gebieden is een eerste stap. Samen met honderden wetenschappers pleit Greenpeace voor een wereldwijd netwerk van grote zeereservaten. Buiten deze zeereservaten zal duurzamer gevist moeten worden. Alleen dan krijgt de zeenatuur de kans te herstellen van de decennialange plundering en roofbouw.