Energiebedrijven kunnen nu groene stroom beloftes waarmaken

Amsterdam, Nederland — Greenpeace is zeer te spreken over het nieuwe kabinetsbeleid voor de vergunningverlening van windmolenparken op zee. De ministeries van Economische Zaken, Verkeer & Waterstaat, VROM en LNV willen per dit najaar vergunningsaanvragen voor windmolenparken op zee gaan verlenen. De vergunningsaanvragen van Greenpeace, Shell & Nuon, E-connection en Ecofys, die al ruim twee jaar lagen op de plank lagen, kunnen dankzij deze nieuwe daadkracht eindelijk uitmonden in groene windenergie.

Greenpeace is zeer te spreken over het nieuwe kabinetsbeleid voor de vergunningverlening van windmolenparken op zee. De ministeries van Economische Zaken, Verkeer & Waterstaat, VROM en LNV willen per dit najaar vergunningsaanvragen voor windmolenparken op zee gaan verlenen. De vergunningsaanvragen van Greenpeace, Shell & Nuon, E-connection en Ecofys, die al ruim twee jaar lagen op de plank lagen, kunnen dankzij deze nieuwe daadkracht eindelijk uitmonden in groene windenergie.

Al jarenlang willen diverse marktpartijen windmolenparken op zee bouwen, maar de overheid hield alle ontwikkelingen tegen. Uit frustratie met deze trage gang van zaken zette Greenpeace in de zomer van 2001 zelf een windmolen op de Noordzee. Tegelijkertijd vroeg de milieuorganisatie een vergunning aan voor het bouwen van een windpark op zee. Hiermee wilde Greenpeace aantonen dat de overheid vergunningsaanvragen voor windparken op zee onnodig vertraagde, terwijl vergunningen voor het boren naar olie of gas wel binnen een maand worden verleend.

Met het nieuwe beleid krijgt offshore wind eindelijk een volwaardige plek binnen de energiesector. In tegenstelling tot voorheen kan nu, op enkele voor de hand liggende plaatsen na [1], voor de hele Exclusieve Economische Zone (EEZ) van het Nederlandse deel van de Noordzee een vergunning voor een windmolenpark worden aangevraagd. Nu moet alleen nog blijken of de mooie woorden ook bewaarheid worden. De uitgezette hoofdlijnen staan of vallen met de uitwerking van bijvoorbeeld de uitsluitingsgronden en de laatste financiële en infrastructurele hobbels.

Op 1 juli plaatste Greenpeace een windmeter op de Noordzee om te laten zien hoeveel windenergie het kabinet Balkenende laat verwaaien. Deze gegevens worden direct doorgeseind naar een teller op www.greenpeace.nl/windopzee. Op deze site is live te zien hoeveel huishoudens van groene stroom voorzien kunnen worden, als op die plek 1000 windmolens zouden staan. Nu het kabinet de procedurele kant van windparken op zee heeft geregeld, ligt de bal bij de energiebedrijven. Totnogtoe leveren windmolens slechts 0,8% van het totale Nederlandse elektriciteitsverbruik. Om gevaarlijke klimaatverandering te voorkomen, wil Greenpeace dat er tijdens de komende kabinetsperiode zeker 10% van de Nederlandse elektriciteitsbehoefte door windmolens op zee wordt opgewekt. De klanten van de energiebedrijven hebben de overstap naar groene stroom massaal gezet, nu moeten zij ervoor zorgen dat deze groene stroom ook in de Nederlandse Noordzee wordt opgewekt.

[1] Het beleid noemt een aantal uitsluitingsgronden zoals scheepvaartsroutes; de 12 mijlszone; defensiegebieden en gebieden voor beton- en metselzandwinning.