Nederlandse overheid moet handel in illegaal hout aanpakken

Amsterdam, Nederland — Vandaag voert Greenpeace actie bij de houthandel DLH in Vlissingen. DLH, de grootste handelaar in tropisch hardhout ter wereld, verkoopt hout van bedrijven die betrokken zijn bij illegale houtkap. Actievoerders hebben vanochtend vroeg de ingang van het bedrijf met grote stapels hardhout geblokkeerd. Tegelijkertijd inventariseerden de actievoerders de herkomst van het opgeslagen hout. De politie maakte enkele uren later een einde aan de actie. Greenpeace doet vandaag bij de minister van Justitie aangifte van dit verdachte hout.

Vandaag voert Greenpeace actie bij de houthandel DLH in Vlissingen. DLH, de grootste handelaar in tropisch hardhout ter wereld, verkoopt hout van bedrijven die betrokken zijn bij illegale houtkap. Actievoerders hebben vanochtend vroeg de ingang van het bedrijf met grote stapels hardhout geblokkeerd. Tegelijkertijd inventariseerden de actievoerders de herkomst van het opgeslagen hout. De politie maakte enkele uren later een einde aan de actie.

Greenpeace doet vandaag bij de minister van Justitie aangifte van dit verdachte hout. Uit deze inventarisaties van Greenpeace blijkt dat bij DLH hout opgeslagen ligt van verschillende Afrikaanse houtkapbedrijven, die recent zijn beboet voor illegale kap. Zo handelt het bedrijf in hardhout van het recent bekeurde bedrijf IBC. Ook heeft de milieu-organisatie bij DLH in Vlissingen hout gevonden van Alpicam, een bedrijf dat in Kameroen is beboet vanwege valse verklaringen over de hoeveelheid gekapt hout. DLH handelt daarnaast in hout van Rougier, een Frans houtkapbedrijf dat in Kameroen herhaaldelijk is betrapt op het doorverkopen van illegaal gekapt hout. Ook zijn houtkappers van Rougier zelf betrapt op illegale kap. In het kapgebied van Rougier wordt bovendien veel gejaagd op bedreigde bosolifanten en apen (bushmeat).

Al langer handelt DLH in verdacht hout uit Brazilië, Afrika en Zuid-oost Azië. Voor hout uit de Amazone is de multinational een van de belangrijkste handelaren. Uit een deze week gepubliceerd Greenpeace rapport blijkt dat minimaal 66 procent van de kap in de belangrijkste houtproducerende staat in de Amazone, Pará, illegaal is.

Illegale houtkap gaat ten koste van miljoenen hectaren oerbos. Veel met uitsterven bedreigde diersoorten, zoals de chimpansee en jaguar, zijn afhankelijk van deze wouden. Illegale houtkap vindt met name plaats in ontwikkelingslanden, waar de overheid onvoldoende capaciteit heeft om de boswetten te handhaven. Zolang de internationale markt een belangrijke drijfveer blijft voor illegale kap, gaat de vernietiging van de laatste tropische regenwouden door. Duurzaam gekapt hout kan niet concurreren met dit goedkope illegale product. Europese wetgeving tegen de import van illegaal hout is daarom noodzakelijk.

De actie van vandaag is onderdeel van de campagne “Illegaal hout is crimineel”, die deze week van start gaat. Greenpeace wil aantonen op welke plaatsen illegaal gekapt hout Nederland binnenkomt en waar het wordt gebruikt. 50 procent van het tropisch hardhout dat in Nederland wordt gebruikt, is illegaal gekapt. De milieuorganisatie roept daarom Nederlanders op mee te helpen bij het doen van aangifte van verdacht hout. Hiermee zet Greenpeace de Nederlandse overheid onder druk maatregelen te nemen tegen illegaal hout. Op dit moment doet de regering niets om de handel in illegaal hout tegen te gaan. Sterker nog, overheidsinstanties gebruiken vaak zelf verdacht hout. Greenpeace vindt dat de Nederlandse regering zich hard moet maken voor Europese wetgeving, die de import van illegaal gekapt hout verbiedt. Grote handelaren in verdacht tropisch hout, zoals DLH, moeten tegelijkertijd hun verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat ze enkel legaal en duurzaam geproduceerd hout inkopen.


– State of Conflict. Onderzoek naar illegale houtkap in de Amazone. Greenpeace, november 2003. Hier te vinden.