De NVWA komt te kort

Sinds maart 2013 is de Europese Houtverordening (EUTR, 995/2010) van kracht. De wet bestaat uit een verbod en een verplichting.

Artikel 4.1. stelt dat het verboden is om illegaal gewonnen hout of producten van dergelijk hout op de markt te plaatsen.

Artikel 4.2. verplicht marktdeelnemers – die als eerste hout op de Europese markt plaatsen – een stelsel van zorgvuldigheidseisen (due diligence) toe te passen om ervoor te zorgen dat het risico dat het om illegaal gekapt hout gaat, verwaarloosbaar is. De EUTR legt de bewijslast dus bij de marktdeelnemers.

De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) moet er in Nederland op toezien dat deze houtverordening wordt nageleefd. Maar de instantie vat haar rol vooral op als begeleider van de houtsector in het voldoen aan de regels. Het komt er op neer dat de NVWA handelaren dus niet straft voor hun overtredingen.

Dit is een groot probleem, gezien de belangrijke rol van Nederland in de internationale houthandel. Het gevolg is dat verdacht en illegaal hout via ons land de Europese markt blijft instromen, zoals Greenpeace meerdere malen met rapporten aantoonde.

Het volgende document geeft onze aanbevelingen en waarnemingen weer.

20150925-Greenpeace-Tekortkomende-handhaving-EUTR-1

Meer weten? Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Meike Rijksen, campagneleider bossen, via: +31 6 34859451