Vice-Kanselier van Duitsland Sigmar Gabriel en de Franse staatssecretaris van Handel Mattias Fekl verklaren deze week de TTIP-onderhandelingen tot mislukt. Het is een logisch gevolg van het maatschappelijk verzet dat TTIP niet houdbaar is. Politici kunnen niet overtuigend uitleggen waarvoor zo’n verdrag nodig is. Ze leveren namelijk geen economische groei, banen of voordelen voor het midden- en kleinbedrijf op. Deze politici snappen dat ze met hun steun voor deze onpopulaire verdragen de verkiezingen niet kunnen winnen. De logische vervolgstap, ook voor minister Ploumen: teken het Canadese evenbeeld CETA ook niet!

Want dat is het rare aan de uitspraken van deze twee heren: volgens hun analyses is het verdrag met sympathieke Canada iets heel anders dan de deal met Amerika. Dat is aantoonbaar onjuist. CETA stelt, net als TTIP, de belangen van buitenlandse investeerders boven die van Europese burgers. CETA heeft een arbitragesysteem dat net als dat in TTIP gaat leiden tot claims van bedrijven wanneer milieuregels en waarborgen voor voedselveiligheid en volksgezondheid hun winst in de weg zitten.

Deze week komt een Nederlandse versie uit van een onderzoek van de Canadese NGO Council of Canadians, waaruit blijkt dat de hogere standaarden die onze boeren hanteren onder druk staan door CETA. Onze biologische en kleinschalige boeren krijgen concurrentie van grote Canadese agribusinesses die aan lagere standaarden voor voedselveiligheid en dierenwelzijn moeten voldoen: slechter vlees tegen lagere prijzen dus. Voedselwaakhond foodwatch kreeg boven tafel dat met CETA het zogenaamde voorzorgsbeginsel -de regel dat voedsel en andere producten pas op de markt komen als we zeker weten dat ze veilig zijn- effectief van tafel is als CETA in werking treedt.

80% van de Amerikaanse bedrijven heeft een nevenvestiging in Canada. Zodat zij alsnog gebruik kunnen maken van het CETA-verdrag om toch hun producten op de markt te brengen en claims in te dienen. Als Frankrijk en Duitsland doorzetten en stoppen met de TTIP-onderhandelingen, is dat goed nieuws. Minister Ploumen van Buitenlandse Handel zou zich onmiddellijk bij hen moeten aansluiten, zeker nu ze pleit voor een reset van het Europese handelsbeleid. En dat zou een overwinning zijn voor de miljoenen bezorgde burgers die hun stem hebben laten horen voor een eerlijkere en duurzamere economie. Maar er is nog een extra stap nodig: Nederland en de rest van Europa moeten ook het CETA-verdrag niet tekenen.

Daarvoor zijn we net op tijd. Deze zomer bleek al dat er nog allerlei problemen zijn met de inhoud van dit verdrag. Van de claimcultuur, tot de voordelen voor grootschalige landbouw, minder controle op voedselveiligheid en volksgezondheid tot de bevoordeling van multinationals boven mensen. Na de crisis willen we een economie die ook de gezondheid van mensen, duurzame groei en het welzijn van een land centraal stelt. Deals met het bedrijfsleven als winnaar en de burger als verliezer zijn dan rare spoken uit het verleden. Fekl en en Gabriel hebben begrepen dat je daar geen verkiezingen mee wint. Laat minister Ploumen dat ook maar in haar oren knopen. Laat haar half september naar Brussel trekken met een simpele boodschap: TTIP is dood, en CETA komt er ook niet. Wij kiezen voor een eerlijke economie.

Jurjen van den Bergh – coordinator TTIP-alarmcoalitie

Freek Bersch – Campaigneleider Milieudefensie

Faiza Oulahsen – Campagneleider Greenpeace

Roos van Os – onderzoeker SOMO

Niels Jongerius – onderzoeker TNI

Jurjen de Waal – Campaigner foodwatch

 

Dit artikel is geplaatst in oa De Volkskrant van donderdag 1 september 2016