Amsterdam- Vorig jaar blijken er wederom illegale kapvergunningen uitgegeven te zijn in de Democratische republiek Congo (DRC). Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Greenpeace Afrika. Sinds 2002 geldt een algeheel verbod op de uitgifte van nieuwe kapconcessies in de DRC. De nieuwste illegale vergunningen zijn uitgegeven in 2016 en hebben betrekking op een bosgebied van 4000 km2, een gebied ongeveer zo groot als de provincies Utrecht en Noord-Holland samen

Slechts drie weken voordat de Noorse Klimaat- en Milieuminister Vidar Helgesen in de Congolese hoofdstad Kinshasa was om de eerste donatie van het Central African Forest Initiative (CAFI) voor te bereiden, werden deze illegale vergunningen afgegeven. Dit internationale donorprogramma om de bossen van Congo te beschermen wordt geleid door Noorwegen en omvat voor de DRC alleen al 200 miljoen Amerikaanse dollar. Ook de Nederlandse overheid heeft zich eind 2016 aangesloten bij dit programma. De eerste donatie van 40 miljoen dollar is in oktober vorig jaar goedgekeurd en inmiddels overgemaakt.

In 2015 zijn de eerste illegale kapvergunningen al aan de kaak gesteld. De Congolese overheid én CAFI lijken doof voor de roep van diverse internationale NGO’s –zoals Greenpeace- om een onafhankelijke onderzoekscommissie in te stellen. Die commissie moet dan bepalen wie verantwoordelijk en/of betrokken is bij deze illegaal verstrekte kapvergunningen. Tot nu toe is niemand verantwoordelijk gesteld, laat staan aangeklaagd of bestraft. Aan de voorwaarden die het CAFI programma stelt aan bijvoorbeeld transparantie en participatie wordt niet voldaan.

Om ervoor te zorgen dat het geld van donoren niet verspild wordt, wil Greenpeace dat verdere financiering aan de DRC via het CAFI-programma wordt opgeschort in afwachting van een diepgaand en onafhankelijk onderzoek naar deze illegale kapvergunningen en totdat het hele programma is herzien inclusief het instellen van een adequate monitoringsmechanisme en safeguards.