De kranten staan er vol mee; mogelijke plannen om onze gigantische veestapel te laten krimpen. De veehouderij stoot namelijk teveel stikstof uit. Krimp is een belangrijke stap, want de natuur op het boerenland staat er slecht voor. Ook in natuurgebieden daalt te veel stikstof neer, terwijl natuurgebieden juist een stikstof-arme omgeving vragen. Maar niet alleen onze natuur heeft baat bij minder vee, krimp is cruciaal in het aanpakken van de klimaatcrisis en ook nog eens goed voor onze gezondheid.

Op dit moment staan er ca. 18.000 projecten ‘on hold’ omdat de Raad van State, de hoogste algemene bestuursrechter van Nederland, in mei een streep heeft gezet door het soepele stikstof-programma van de Nederlandse overheid. Dit programma had zowel natuurgebieden moeten beschermen als economische ontwikkeling mogelijk moeten maken. De Raad van State stelde echter dat het programma in strijd was met Europese natuurwetgeving. Daardoor staan er nu, naast veehouderij-projecten, ook woningbouwprojecten en infrastructurele projecten op pauze. De enige manier om dit probleem op te lossen is het drastisch terugdringen van de stikstof-uitstoot. Daarbij zijn alle sectoren generiek aan zet. Dus ook grote vervuilers als luchtvaart mogen niet uit de wind worden gehouden. Maar omdat de landbouw met 45% van van het totaal dat neerslaat in de natuur en 65% binnen Nederland – vooral door koeien, gevolgd door varkens, kippen en kunstmest -, het meeste uitstoot, is het ook logisch om nu de veestapel drastisch in te krimpen. 

NOS op 3 onderzocht waarom stikstof zo’n grote invloed heeft op ons land:

Minder vee om klimaatcrisis aan te pakken

De productie van vlees en zuivel in Nederland is goed voor maar liefst 12 procent van onze uitstoot van broeikasgassen. Terwijl ongeveer 75 procent van de Nederlandse vlees- en zuivelproductie naar het buitenland gaat. In het rapport ‘Minder is meer’ laten we zien hoe we wereldwijd onze vlees- en zuivelproductie en consumptie moeten halveren om binnen de veilige grenzen van het Parijsakkoord te blijven. Geen wonder dat de Raad voor de leefomgeving en infrastructuur (Rli) in het rapport ‘Duurzaam en Gezond’ voorrekende dat minder dieren simpelweg een noodzaak is. Kortom: krimp van de veestapel is ook voor de aanpak van de klimaatcrisis een cruciale zet!

Minder vee om ontbossing tegen te gaan

Krimp van de veestapel is ook goed om ontbossing tegen te gaan. Onze koeien, kippen en varkens eten heel veel soja, een gewas waarvoor in Brazilië bosgebieden in brand worden gestoken. Minder koeien, kippen en varkens betekent minder vraag naar soja. En dat zorgt voor minder druk in Brazilië om bosgebieden om te zetten in sojavelden.

Minder vee voor onze gezondheid

Eén op de negen mensen op onze planeet lijdt honger, en ongeveer 2 miljard mensen hebben overgewicht. Om voldoende gezond voedsel te kunnen produceren voor iedereen, is alle beschikbare landbouwgrond ook daadwerkelijk nodig voor de productie van voedsel voor mensen. Het is niet logisch om een groot deel van landbouwgrond te gebruiken voor de productie van gewassen die bestemd zijn voor veevoer, en tevens voor biobrandstoffen.

Door over te schakelen naar een grotendeels plantaardig dieet met meer groenten, fruit, noten en peulvruchten, is er aanzienlijk minder ruimte nodig voor onze voedselproductie. Zo wordt er bovendien land teruggegeven aan de natuur, wat opnieuw bebost kan worden.

Vermindering van vleesconsumptie kan ook gezondheidsrisico’s (zoals hartaandoeningen en diabetes type 2) verminderen en uiteindelijk zelfs tot drieënhalf jaar aan het leven van mensen toevoegen. Bovendien levert het leven in veedichte gebieden een serieus gezondheidsrisico op door luchtvervuilling. Ook bestaat het risico op zoönosen (veeziekten die op mensen kunnen worden overgedragen), met de Q-koortsepidemie als afschuwelijk voorbeeld.

Taboe op krimp is eindelijk doorbroken

Krimp veestapel is lang niet bespreekbaar geweest in de politiek, terwijl uit een opiniepeiling die we vorig jaar hebben uitgevoerd juist bleek dat er groot maatschappelijk draagvlak is voor deze maatregel. Ook het Klimaatakkoord zette onvoldoende zoden aan de dijk. Geen wonder, want er is veel gemoeid met de Nederlandse vlees- en zuivelindustrie. Zo investeert de Rabobank alleen al zowel in Nederland als wereldwijd wel 39,2 miljard euro in de productie van vlees en zuivel. Dat de discussie rond stikstof nu eindelijk het taboe heeft doorbroken, is dan ook een positieve ontwikkeling.

De vraag is echter of de politiek nu echte keuzes durft te maken en zo ook boeren een eerlijk toekomstperspectief kan geven. Op 1 oktober gingen duizenden boeren de straat op omdat ze het zat zijn om telkens wisselende wetten en regels voor de kiezen te krijgen. Dat is volledig begrijpelijk. Velen zitten namelijk vast in een systeem waarin zij tegen lage prijzen zo veel mogelijk moeten produceren om het hoofd boven water te houden. Wij plaatsten daarom op dezelfde dag een advertentie in een aantal regionale kranten om te laten zien dat juist het beleid van hun eigen belangenorganisatie LTO, de afgelopen jaren voor veel boerenleed en maatschappelijke weerstand heeft gezorgd.

Een voorwaarde voor het maken van de transitie die nodig is, is dan ook dat voorlopers worden gestimuleerd en dat boeren worden geholpen in de transitie naar ecologische landbouw, waar meer plantaardig voedsel wordt geproduceerd en waarbij ze een eerlijke prijs krijgen voor hun werk. Het inzetten van Europese landbouwsubsidies kan hier een grote rol in spelen.

Wat kun jij doen?

Minder vlees en zuivel eten is goed voor onze planeet, zo blijkt uit ons rapport ‘Meer is minder’. Als we in 2030 niet meer dan 23 kilo vlees per persoon per jaar eten, en in 2050 minder dan 17 kilo, dan halen we het Parijs-akkoord dat ons moet beschermen tegen een temperatuurstijging van meer dan 1,5 graad Celcius.

Doe mee