Bedrijven die kappen zonder, met verkeerde of valselijk verkregen vergunningen, die veel meer kappen dan afgesproken, beschermde boomsoorten niet ontzien en afspraken met lokale bevolking niet nakomen: in de Democratische Republiek Congo regeert de wetteloosheid.
Daniëlle van Oijen, bossenspecialist bij Greenpeace, deed onderzoek naar illegale houtstromen in het Afrikaanse Congo en zag de grootschalige vernietiging met eigen ogen. “De overheid heeft nauwelijks middelen om deze bedrijven te controleren. En zelfs als de overheid een sanctie oplegt, trekken de kapbedrijven zich er niets van aan. Niets staat hen in de weg om miljoenen dollars te verdienen aan de export van Afrikaans hardhout, zoals wengé, sapeli en afrormosia.”
Verdacht hout uit Congo
Het Congobekken in Centraal-Afrika is het op één na grootste tropisch regenwoud ter wereld. Het was al langer bekend dat illegale kap in Congo wijdverspreid is. Het Greenpeace-rapport bevestigt dit beeld en beschrijft gedetailleerd een aantal onderzochte cases in de provincie Bandundu. Door de nieuwe EU-houtwet, die 3 maart inging, is het heel moeilijk – zoniet onmogelijk – voor Europese houthandelaren om te voldoen aan de wet en dit hout nog uit Congo te halen. Van Oijen: “Volgens deze wet moeten houthandelaren nu namelijk zelf hun hele handelsketen, van het bos tot het kastje, kunnen doorlichten. Daarbij moeten zij het risico op illegaal hout uitbannen. Kunnen ze dat niet, dan zijn ze strafbaar.”
Bekijk de video van het Greenpeace-onderzoek in Congo en lees hier het onderzoeksrapport: Cut it Out: Illegal Logging in the Democratic Republic of Congo (DRC), maart 2013.
Bossen zijn van levensbelang
Bossen zijn prachtig en van levensbelang voor een gezond klimaat. Maar doordat bomen massaal worden gekapt, verdwijnen ecosystemen én raken veel mensen en dieren hun leefomgeving kwijt. Ook komen er door die kap grote hoeveelheden CO2 vrij.
Greenpeace wil dat uiterlijk in 2020 de ontbossing in de laatste tropische regenwouden is gestopt. Lees meer >>